124
Nl
c
Zet de camera uit, breng de
montage-indexen op het objectief
en de camera op gelijke hoogte en
draai het objectief naar links totdat
het vergrendeld is.(
Afb. 4
)
• Het functioneren van de camera kan
negatief beïnvloed worden als u het
objectief aan de camera bevestigt
terwijl de camera ingeschakeld is.
5. Gebruik van de bajonet-zonnekap HB-41
Lijn de bevestigingsindex (
) op de zonnekap
(een van de twee indexen) uit met de montage-
index op het objectief en draai de zonnekap naar
rechts totdat deze in de klikstop vergrendelt.
• Zorg dat de montage-index is uitgelijnd
met de instelindex (
).
• Als de zonnekap niet juist is bevestigd,
kan er vignettering optreden.
• Om het bevestigen en verwijderen van de
zonnekap te vergemakkelijken, moet u deze
onderaan vasthouden rondom de
bevestigingsindex voor de zonnekap, en niet bij de buitenrand.
• Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze omgekeerd op het objectief.
6. Belichting bepalen
Als u de Nikon D4-camera, D3-serie-camera, Df-camera,
D800-serie-camera, D700-camera, D610-camera, D600-camera,
D300-serie-camera, D90-camera, D7100-camera, D7000-camera,
D5300-camera, D5200-camera, D5100-camera, D5000-camera,
D3200-camera, D3100-camera of D3000-camera gebruikt
a
Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en
tiltknoppen te draaien.(
Afb. 2
)
b
Selecteer de belichtingsstand van de camera.
c
Bij de belichtingsstand A of M, moet u het
diafragma instellen met de diafragmaring of
de instelknop van de camera. Wanneer u de
instelknop van de camera gebruikt, moet u
het diafragma instellen op de kleinst mogelijke
diafragmavergrendeling (L) (
Afb. 6
).
Bij de stand P of S moet u het diafragma
instellen met de instelknop van de camera.
Afb. 4
Afb. 6
Afb. 5