138
Nl
Opmerkingen over het gebruik van vibratiereductie
• Druk de ontspanknop half in, wacht tot het beeld in de zoeker niet meer trilt
en druk dan de ontspanknop helemaal in.
• Als gevolg van de vibratiereductie kan het beeld in de zoeker onscherp
worden nadat u ontspanknop hebt ingedrukt.
• Als u de AF-startknop (AF-ON) (Fig. 4) op de camera op ON zet of de
scherpstelknop op het objectief gebruikt, werkt vibratiereductie niet.
• Zet de schakelaar voor de VR-stand op TRIPOD om cameratrilling en onscherpte van
het beeld in de zoeker bij gebruik van een driepootstatief te verminderen. Bij zeer
lichte cameratrilling wordt het systeem voor vibratiereductie mogelijk niet geactiveerd.
Daarentegen kan het VR-systeem zelfs cameratrilling in het objectief veroorzaken. In
dat geval moet vibratiereductie worden uitgeschakeld. Wanneer u een driepootstatief
met een losse kop of een éénpootstatief gebruikt, selecteert u de stand NORMAL.
• Wanneer u met de camera een meetrekkende beweging maakt, zet u de
schakelaar voor de VR-stand (Fig. 8) op NORMAL.
• Wanneer u de camera meetrekt in een grote boog, worden trillingen in de
richting van de beweging niet gecorrigeerd. Als u de camera bijvoorbeeld
horizontaal beweegt, worden alleen de verticale trillingen verminderd,
waardoor u mooie, stabiele opnamen kunt maken.
• Schakel de camera niet uit en verwijder het objectief niet van de camera
wanneer vibratiereductie is ingeschakeld. (Als u dat wel doet, maakt het
objectief een ratelend geluid als de camera wordt bewogen. Dit duidt niet op
een storing. Zet de camera weer aan om vibratiereductie uit te schakelen.)
• Bij de volgende camera’s werkt vibratiereductie niet terwijl de ingebouwde
flitser wordt opgeladen: F80-serie, F75-serie, F65-serie, D300, D200, D100,
D80, D70-serie, D50 en D40-serie.
8. Scherptediepte
• De scherptediepte kan bij benadering worden bepaald
met behulp van de scherptediepteschaal. (Fig. 9)
• Als de camera een knop of hendel voor
scherptedieptecontrole heeft, kunt u de
scherptediepte controleren terwijl u door de zoeker
van de camera kijkt.
• Zie p. 216 voor meer informatie.
9. Het diafragma instellen
• Aangezien het objectief niet is uitgerust met een diafragmaring, moet u het
diafragma op de camera instellen.
Scherptediepte-
schaal
Afstands-
indexlijn
Fig. 9
Summary of Contents for AF-S NIKKOR
Page 5: ...5 Jp ...
Page 7: ...7 Jp ...
Page 21: ...21 En ...
Page 23: ...23 En ...
Page 39: ...39 De ...
Page 41: ...41 De ...
Page 57: ...57 Fr ...
Page 59: ...59 Fr ...
Page 75: ...75 Es ...
Page 77: ...77 Es ...
Page 93: ...93 Se ...
Page 95: ...95 Se ...
Page 111: ...111 Ru ...
Page 113: ...113 Ru ...
Page 129: ...129 Nl ...
Page 131: ...131 Nl ...
Page 147: ...147 It ...
Page 149: ...149 It ...
Page 165: ...165 Ck ...
Page 167: ...167 Ck ...
Page 183: ...183 Ch ...
Page 185: ...185 Ch ...
Page 201: ...201 Kr ...
Page 203: ...203 Kr ...
Page 216: ...216 ...
Page 217: ...217 ...
Page 218: ...218 ...
Page 219: ...219 ...
Page 220: ...220 ...
Page 221: ...221 ...
Page 222: ...222 ...
Page 223: ...223 ...