GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1300H P
146 1064 000(3)2007-02 A
15
Schakel de parkeerrem uit door op het pedaal (84) te drukken en tegelijkertijd de hendel (76) te deblokkeren.
Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (72). Druk op het voorste deel van het pedaal (78)
om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
Laat de hoofdborstel zakken met behulp van de hendel (82) en open het aanzuigsysteem met de hendel (75).
Laat de zijborstel rechts met de hendel (79) zakken.
Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (80) zakken.
OPMERKING
De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet.
Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, manoeuvreert u het stuur (72) met uw handen en drukt u op het pedaal (78)
om de machine te verplaatsen.
De machine stoppen
Laat het pedaal (78) los om de machine te stoppen.
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (84) in.
Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (71).
U kunt de noodknop (71) na de activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien.
Zet de hoofd- en zijborstels omhoog met de betreffende hendels (82), (79), (80).
Schakel het aanzuigsysteem uit met de hendel (75).
Zet de hendel voor het bewegen van de motor (77) op MIN (minimaal toerental).
Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op '0' te zetten en te verwijderen.
Schakel de parkeerrem in door het pedaal (84) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (76) te
activeren.
MACHINE IN BEDRIJF
Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de
vloer achterblijven.
Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voorfl ap door middel van de hendel (83) omhoog brengen.
Let op: als de voorfl ap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner.
LET OP!
Als u op een natte ondergrond werkt, moet het aanzuigsysteem door middel van de hendel (75) worden
uitgeschakeld om het stoffi lter te beschermen.
Voor een goed veegresultaat moet het stoffi lter altijd zo schoon mogelijk zijn. Wanneer u de tijdens het vegen het systeem wilt
reinigen, schakelt u het aanzuigsysteem uit met de hendel (75) en drukt u daarna kort op de schakelaar voor de fi lterschudder
(66). Activeer daarna het aanzuigsysteem opnieuw.
Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de
te reinigen zone).
OPMERKING
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd terwijl de machine beweegt.
WAARSCHUWING!
Als het stoffi lter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen.
Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (4) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende
deel).
WAARSCHUWING!
De benzinemotor heeft een alarmsysteem dat schade aan de motor zelf voorkomt als er niet genoeg olie in het
carter zit. Voordat het oliepeil in het carter onder het veilige niveau komt, stopt het alarmsysteem automatisch
de motor.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
2.
3.
4.