29
eeN DOOr De gebruiker AFgeSTeLDe
OeFeNiNg gebruikeN
1. raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Selecteer een door de gebruiker afgestelde
oefening.
Voor het selecteren van een door de gebruiker
ingestelde oefening, drukt u lichtjes op de toets
User Defined (Gebruiker afgestemd) op het
bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste oefening uit het menu met
door de Gebruiker afgestemde oefeningen. Druk
dan op de toets Repeat (herhalen).
Aandacht: Druk op de toets Record New (Nieuw
opnemen) om een door de gebruiker afge-
stelde oefening te creëren. Zie EEN DOOR
DE GEBRUIKER AFGESTELDE OEFENING
CREËREN op pagina 28.
Het scherm toont ook de naam, duur en de afstand
van de oefening. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult
verbranden en een profiel van de weerstandsinstel-
lingen van de oefening aangeven.
3. begin met de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (Start
Oefening) om de oefening te laten beginnen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er
wordt een weerstandsniveau en een hellingniveau
geprogrammeerd voor elk segment. Let op: U kunt
hetzelfde weerstand- en/of hellingniveau program-
meren voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de oefening, worden uw profielen weerge-
geven zodat u uw vorderingen kunt volgen. Tik op
of schuif over het scherm om de profielen te bekij-
ken. De verticaal gekleurde lijn geeft het huidige
onderdeel van de oefening aan. Het onderste pro-
fiel geeft het hellingniveau van het huidige segment
weer. Het bovenste profiel geeft het weerstandsni-
veau van het huidige segment weer.
Als het weerstandsniveau of de hellingsgraad voor
het huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de
instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen
Resistance (Weerstand) of Ramp (hellinggraad)
te drukken. beLANgriJk: De pedalen zullen
wanneer het huidige segment van de oefening
eindigt, automatisch aan het geprogrammeerde
weerstandsniveau van het volgende segment
aangepast worden en het hellingplatform zal
automatisch op de geprogrammeerde hellings-
graad van het volgende segment aangepast
worden.
Aandacht: Het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt zal van verschil-
lende factoren, zoals uw gewicht, afhangen.
bovendien zal een handmatige aanpassing van
de weerstand of de helling tijdens de oefening,
invloed hebben op het aantal calorieën dat u
zult verbranden.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de toets
terug of home onderaan het scherm. Raak de
Resume (hervatten) toets aan om met de oefening
door te gaan. Raak de End Workout (oefening ein-
digen) toets aan om met de oefening te stoppen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Een samenvatting van de
oefening zal op het scherm verschijnen. Raak,
nadat u de samenvatting van de oefening bekeken
heeft, de Finish (eindigen) toets aan om naar het
hoofdmenu terug te keren. U kunt uw resultaten óf
bewaren óf bekend maken door een van de opties
van het scherm te gebruiken.
4. Wijzig desgewenst de oefening.
Indien gewenst kunt u de oefening wijzigen. Zie
EEN DOOR DE GEBRUIKER AFGESTELDE
OEFENING CREËREN op pagina 28.
5. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op pagina 24.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 25.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 25.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.