Begin te trappen om het bedieningspaneel aan
te zetten.
De fiets heeft geen batterijen of externe
stroomvoorziening nodig. De stroom wordt
voorzien door een generator bij het fietsen.
Om het bedieningspaneel in te schakelen, begin
te fietsen tegen een snelheid van ongeveer 5 kilo-
meter per uur of sneller. Na enkele seconden zal
het bedieningspaneel oplichten. U zult een piep-
toon horen en het bedieningspaneel zal dan kun-
nen worden gebruikt.
De handmatige instelling kiezen.
Als het toestel
wordt ingescha-
keld, dan wordt de
handmatige
modus geselec-
teerd. Er zal een
piste op de display
verschijnen. Als u een programma heeft geselec-
teerd, kunt u de handmatige modus opnieuw se-
lecteren door op de toets Handmatig [MANUAL]
te drukken.
Stel een doel in voor uw oefening, als u dat
wilt.
Als u geen doel voor uw oefening wilt instellen, ga
naar stap 4.
Om een doeltijd, -afstand of -calorieën in te stellen
voor uw oefening, druk op de omhoog of omlaag-
toetsen onder de Tijd-[TIME], Afstand [DISTANCE]-
of Caloriedisplay [CALORIES]. Om een doel snel in
te stellen, houd de omhoog- en omlaagtoetsen in-
gedrukt. U kunt één doelwaarde voor elke oefe-
ning instellen.
Bijvoorbeeld: Als u
30 minuten wilt
trainen, druk op de
omhoog- of om-
laagtoetsen onder
de Tijddisplay tot-
dat de doelwaarde
“30:00” op de display wordt weergegeven.
Opmerking: Om een doelhartslag in te stellen,
raadpleeg HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE
HARTSLAG TE GEBRUIKEN op pagina 19.
Begin te trappen en verander de weerstand
als u dat wilt.
Terwijl u loopt, kunt u de weerstand van de peda-
len veranderen door op de One-touch weerstand-
toetsen [ONE-TOUCH RESISTANCE] te
drukken.Opmerking: Het kan een paar seconden
duren nadat u op de toetsen gedrukt heeft voor-
dat de pedalen de gewenste weerstand bereiken.
Volg uw vorderingen op de displays.
De matrix—Als u
de manuele display
hebt ingeschakeld,
dan zal op de ma-
trix een circuit van
400 meter verschij-
nen. De indicators
rond de piste zullen tijdens het lopen of rennen na
elkaar verschijnen totdat de hele piste verschijnt.
De piste zal dan verdwijnen en de indicators zul-
len weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De Weerstands-
display—Op deze
display wordt het
weerstandsniveau
van de pedalen ge-
toond.
De Snelheidsdis-
play—Op deze dis-
play wordt uw loop-
snelheid in omwen-
telingen per minuut
getoond.
De Tijddisplay—
Als u geen doeltijd
heeft ingesteld, dan
wordt op deze dis-
play de verlopen
tijd getoond. Als de
doeltijd ingesteld is,
dan zal op deze display de resterende tijd van uw
oefening worden getoond. Opmerking: Als een
programma wordt geselecteerd (behalve voor het
eerste hartslagprogramma), dan zal op de display
de resterende tijd van het programma worden ge-
toond.
De Afstandsdis-
play—Als er geen
doelafstand is inge-
steld, dan zal op de
display de afstand
die u heeft gefietst
in totaal
5
4
3
2
1
15
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUI-
KEN