18
Het bedieningspaneel aanzetten.
Zie stap 1 op pagina 15.
Kies een vooraf ingesteld programma.
Om een vooraf in-
gesteld pro-
gramma te selecte-
ren, druk op een
van de volgende
toetsen: Aerobic
[AEROBICS],
Prestatie [PERFORMANCE], of Uithouding
[ENDURANCE]. Als u op een van deze toetsen
drukt, dan zal de indicator van de toets aangaan.
Daarna wordt een profiel van de verschillende
weerstandsniveaus van het programma op de ma-
trix weergegeven. Op de tijddisplay wordt de pro-
grammatijd weergegeven. Het maximale weer-
standsniveau van het programma begint te flikke-
ren op de Weerstandsdisplay en de maximale snel-
heid van het programma zal enkele seconden op
de Snelheidsdisplay worden getoond.
Druk op de Starttoets of begin te fietsen om
het programma te starten.
Elk programma is onderverdeeld in 20 of 30 seg-
menten van één minuut. Een weerstand en tempo
instelling zijn voor iedere periode geprogram-
meerd. Opmerking: Dezelfde weerstand en/of
tempo instellingen kan/kunnen voor meerdere pe-
riodes worden geprogrammeerd.
Als u het pro-
gramma start, dan
zal het weer-
standsniveau van
het eerste segment
op de flikkerende
balk van de matrix
met het Huidige Segment worden weergegeven.
De weerstandsniveaus voor de volgende segmen-
ten worden in de balken rechts getoond.
Als er slechts drie seconden van het eerste pro-
grammasegment overblijven, dan zal het Huidige
Segment en de balk rechts daarvan beginnen te
flikkeren. U zult enkele pieptonen horen en de tijd
zal op de Tijddisplay beginnen te flikkeren. Als het
eerste Segment eindigt,
dan zullen alle weer-
standsniveaus een balk naar links verschuiven.
Het weerstandsniveau van het tweede segment
zal dan als flikkerend Huidig Segment worden ge-
toond en de weerstand van de pedalen zal auto-
matisch naar het weerstandsniveau van het
tweede segment veranderen.
Het programma zal doorgaan totdat er geen tijd
meer overblijft in de Tijddisplay.
Gebruik de tempo-assistent om uw oefenin-
gen te plannen.
De tempo display zal u tijdens uw oefening hel-
pen uw tempo bij de doel hartslag voor de huidige
periode houden. Wanneer te “too slow” (te lang-
zaam) indicator begint te branden dan moet u uw
tempo wat verhogen. Wanneer de “too fast” (te
snel) indicator begint te branden dan moet u uw
tempo verlagen. Houd uw tempo aan wanneer de
middelste indicator begint te branden.
Belangrijk: De snelheid indicatie is alleen als
motivatie bedoeld. Zorg ervoor dat u op een
temp fietst dat aangenaam voor u is.
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult u
een pieptoon horen en het programma zal worden
onderbroken. Om het programma opnieuw te star-
ten, moet u gewoon opnieuw beginnen fietsen.
Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 5 op pagina 15.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 16.
7
6
5
4
3
2
1
Huidige Segment
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S
TE GEBRUIKEN