– 12 –
op dat er geen zandkorrels op het oppervlak blijven liggen.
Kleurveranderingen van de kookplaat hebben geen invloed op
de werking en de stevigheid van de vitrokeramiek. Het gaat
hierbij niet om een beschadiging van de kookplaat, maar om
niet verwijderde en daarom ingebrande resten.
Glanzende plekken ontstaan door slijtage van de panbodem,
in het bijzonder bij het gebruik van kookservies met een
aluminiumbodem of door ongeschikte reinigingsmiddelen. Ze
kunnen alleen maar moeizaam met gebruikelijke reinigings-
middelen worden verwijderd. Eventueel de reiniging meermaals
herhalen.
Door het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en door
schurende panbodems wordt het glasoppervlak in de loop van
de tijd afgeschuurd en er ontstaan donkere vlekken.
Gebruik de kookplaat niet als een werkblad of om materialen
op te leggen.
Til de pannen/ potten altijd op en schuif deze niet over de
glasplaat
8.2 Onderhoud van de afzuiging
8.2.1 Inlaatrooster uitnemen
Geen voorwerpen gebruiken die het inlaatrooster
kunnen beschadigen, zoals een schuurspons,
schuurmiddel en agressieve reinigingsmiddelen.
Zet de kookplaat en naaloopstand eerst volledig
uit vooraleerd onderdelen van de afzuiging te
verwijderen.
–
Druk rechts op het inlaatrooster zodat deze kan kantelen.
–
Neem het inlaatrooster vast en leg het veilig weg op het
keukenwerkblad.
Plaats het inlaatrooster niet op het glas van de
kookplaat om krassen te vermijden. Plaats het
inlaatrooster niet op een inschakelde kookplaat
om opwarming te vermijden.
8.2.2 Inlaatrooster terugplaatsen
Zorg ervoor dat het monoblockfilter en vetfilter
eerst geplaats zijn in het toestel vooralleer het
inlaatrooster terug te plaatsen.
–
Neem het inlaatrooster vast en plaats deze centraal in de
aanzuigopening via de positioneerpunten.
8.2.3 Reiniging van de vetfilter
Wanneer de vetfilter gereinigd dient te worden, wordt dit
aangegeven door de vetfilter reinigingsindicate (zie 4.5.1)
–
Verwijder het inlaatrooster (zie 8.2.1)
–
Neem het vetfilter vast via de handgrepen en hef deze uit de
aanzuigopening
Reinig in vaatwas/ onderdompelen in heet water met ontvettend
afwasmiddel.
WAARSCHUWING: Indien de bovenvermelde
instructies niet worden uitgevoerd, ontstaat
er door een te sterke vervuiling, kans op
brandgevaar.
Na het reinigen:
–
Plaats het vetvilter via de handgrepen terug in de
aanzuigopening in de juiste richting.
–
Plaats het inlaatrooster terug in de aanzuigopening
–
Reset de vetfilterindicatie (zie 6.1)