18
- NL -
Apparaat met satellietfilter of skimmer en vijverfilter gebruiken
Afbeelding (C, D)
De tweede ingang (1) met satellietfilter of skimmer verbinden. Pompuitgang (2) met vijverfilter verbinden.
Inlaatregelaar instellen
Afbeelding (H)
Vergrendeling (9) losmaken ( in de richting van de inlaatregelaar trekken) en gelijktijdig de inlaatregelaar (5) in de
gewenste positie (0 tot 4) schuiven.
−
0: Tweede ingang gesloten. Water wordt nu via de behuizing (filterschelpen) aangezogen.
−
1 tot 3: Water wordt evenredig via de behuizing (filterschelpen) en de tweede ingang aangezogen.
−
4: Tweede ingang max. geopend. Water wordt nu via de tweede ingang aangezogen.
Advies:
−
Bij gebruik met gesloten tweede ingang de inlaatregelaar (5) op 0 zetten.
−
Bij gebruik met satellietfilter of skimmer de inlaatregelaar (5) in het gebied van 1 tot 4 zetten.
Apparaat droog plaatsen
Afbeelding (E, F)
Plaats het apparaat zodanig dat het niet wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht (max. 40 ºC).
Clips (3) openen en bovenschelp van de filter wegnemen.
Klemmen (4) losmaken en de pomp uit de onderschelp van de filter halen. Zuigadapter (6) en inlaatregelaar (5) van de
pomp afhalen.
Schroeven voor de bevestiging van de beugel (7) verwijderen. Houder uit de onderschelp van de filter halen.
Rubbervoetjes (8) (bijgesloten in de verpakking) in de daarvoor aanwezige openingen aan de onderkant van de beu-
gel (7) steken.
Pomp weer in de beugel (7) plaatsen en met de klemmen (4) fixeren.
Zuig-en persleiding aansluiten. De noodzakelijke montage-accessoires zijn bijgesloten in de verpakking.
Ingebruikneming
Let op! De pomp mag niet drooglopen.
Mogelijk gevolg:
De pomp raakt defect.
Veiligheidsmaatregel:
Controleer regelmatig het waterniveau. Het apparaat moet in principe onder de wa-
terspiegel zijn geplaatst.
Let op!
De ingebouwde temperatuursensor schakelt de pomp bij overbelasting automatisch uit. Als de motor
is afgekoeld, wordt de pomp automatisch weer ingeschakeld.
Kans op ongevallen!
Zo brengt u de stroomvoorziening tot stand:
Inschakelen:
Stekker in het stopcontact steken. Het apparaat schakelt zichzelf direct in als de elektrische aansluiting
tot stand wordt gebracht.
Uitschakelen:
Stekker uit het stopcontact trekken.
Aanwijzing:
Een fabrieksnieuwe pomp bereikt pas na enkele gebruiksuren de maximale pompprestatie.
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde, ca. 2 minuten durende zelftest uit
(Environ-
mental Function Control (EFC)).
Hierbij doorloopt de pomp verschillende toerentallen en herkent hij, of hij droo-
gloopt c.q. geblokkeerd is, of dat hij ondergedompeld is. Bij drooglopen c.q. blokkeren schakelt de pomp automatisch
na ca. 90 seconden uit. De pomp probeert regelmatig zelf op te starten. Bij storingen onderbreekt u eerst de stroom-
toevoer en verwijdert u de belemmering, bijvoorbeeld door de pomp met veel water door te spoelen. Vervolgens kunt u
het apparaat weer in bedrijf nemen.
Aquamax Eco Premium 12000, Eco Premium 16000
Afbeelding (G)
AquaMax Eco Premium 12000, 16000
Bij ingeschakelde SFC-functie optimaliseert de pomp zelfstandig de hoeveelheid water en oppomphoogte, en redu-
ceert deze tot 50%.
Door middel van SFC past het apparaat zich gedurende het hele jaar aan het dan heersende
ecosysteem van de vijver aan, ondersteunt hij het vijverleven door de temperatuurafhankelijke watercirculatie (winter-,
overgangs- en zomerbedrijf) en spaart het elektriciteit. SFC werkt niet in de droge opstelling. De SFC kan met de
schuifregelaar op de pomp worden in- en uitgeschakeld. In uitgeschakelde toestand past het toerental zich niet aan de
hand van de temperatuur aan, maar wordt het hele jaar het maximum aangehouden. Bij toepassing van een skimmer,
satellietfilter of InScenio regelapparatuur (OASE-accessoires!) kan het, afhankelijk van het totale systeem, aan te
bevelen zijn om het SFC uit te schakelen.
Het vermogen van het apparaat kan uitsluitend via een stroommanagement-apparaat van OASE worden geregeld.