21
– Blijf zover van de vijverrand vandaan dat niets onder water kan komen te staan en alles voldoet aan de richtlijnen
(B-1). Apparaten die werken met een nominale spanning van 230 V, mogen niet in zwemvijvers geïnstalleerd worden.
U dient de apparaten absoluut op een minimum afstand van de vijver te houden (in Duitsland bijv. 2 m, in Zwitserland
2,5 m enz.)
– Denk er aan dat de inloopstukken
onder
het vijveroppervlak moeten liggen. De vijverpomp moet tijdens het gebruik
altijd minstens 100 mm onder water staan. De kans bestaat dat het geheel droogloopt en de filterpomp dus beschadigd
wordt!
– De bovenkanten van de pompkamer M 1 moeten
boven
het vijveroppervlak liggen en het maximum waterpeil in de
container moet 730 mm boven de bodem van de kuil liggen (B-2). Dit is zeer belangrijk omdat anders de filterwerking
niet volledig ontplooid kan worden en vooral omdat de kans bestaat dat de vijver leegstroomt!
Belangrijk! Als deze cijfers worden overschreden - maar vooral als ze worden onderschreden - moet u het
systeem buiten werking stellen.
Houd bovendien rekening met
– de dikte van de te gebruiken bodemplaat, waar u de pompkamer M 1 op plaatst
– voldoende bewegingsruimte, om reinigings- en onderhoudswerkzaamheden te kunnen verrichten.
Zorg er voor dat de wanden van de kuil niet kunnen inzakken (metselen, in beton gieten) en maak een afvoer voor
regenwater. Plaats de pompkamer M 1 en het filtersysteem (M 2/ M 3/ M 4/ M 5) met een verval van 30 mm in
stroomrichting op een vaste en vlakke ondergrond (minstens een bekleding, maar beter betonwerk). Vanwege het
aanzienlijke volume moet u absoluut rekening houden met het gewicht van de filtermodules (zie de Technische
gegevens) als u de ondergrond kiest. Zorg voor onbelemmerde toegang tot de modules om reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden te kunnen verrichten. Als u het filtersysteem plaatst, moet u er aan denken, dat de
vijverinloop (c.q. de oorsprong van de beek of de waterval) niet hoger mag komen te liggen dan de filteruitloop.
De modules monteren
De filtermodules worden volledig voorgemonteerd geleverd. U hoeft alleen de aansluitingen voor de toevoer, afvoer en
vuilafvoer aan te brengen en de aansluitopeningen die u niet nodig heeft dicht te maken.
De inloop bij de eerste filtermodule (C) monteren
– Gravitatieprincipe: Aansluiten van de filtermodules M 2/ M 3/ M 4/ M 5 (op de afbeelding ziet u M 1, is echter universeel)
– Gepompte systemen: Aansluiten van de pompkamer M 1
Bevestig de trekschuif met normale PVC-lijm op het inloopstuk DN 100. Zet een afdichting DN 150 in de daarvoor
bedoelde containeropening en draai ze van binnen vast aan de container en het inloopstuk. Sluit de niet benodigde
openingen op de filtermodules met de meegeleverde stoppen en afdichtingen (D).
De uitloop bij de eerste filtermodule monteren
– Gravitatieprincipe (E): Plaats een afdichting DN 150 in de daarvoor bedoelde opening van de container (M 2/ M 3/ M 4/
M 5) en draai de uitloop DN 150/1 van binnen vast aan de container. Schuif de O-ring (H-1) tot aan de eerste aanzet
(H-2) op het uitloopstuk.
– Gepompte systemen (F): Bevestig de aansluitset op de uitloop van de pompkamer M 1. Om drukverlies te voorkomen,
moet u een zo kort mogelijke slangverbinding leggen met een zo groot mogelijke binnendoorsnede leggen. Leg de
verbinding goed beschermd met zo min mogelijk bochten en zaag het slangmondstuk op de desbetreffende plaatsen
voor de diverse slangen af. Verwarm de slangen met heet water, schuif c.q. draai de slangen op het slangmondstuk en
maak ze vast met een slangklem.
De inloop bij de tweede filtermodule monteren
– Gravitatieprincipe (G): Plaats een afdichting DN 150 in de daarvoor bedoelde opening van de container (M 2/ M 3/ M 4/
M 5) en draai de uitloop DN 150/2 van binnen vast aan de container. Sluit de niet benodigde openingen op de
filtermodules met de meegeleverde stoppen (D).
– Gepompte systemen: Bevestig een aansluitset (vgl. F, optioneel) op één van de kleine containeropeningen. Sluit de
niet benodigde openingen op de filtermodules met de meegeleverde stoppen en afdichtingen (D).
De uitloop bij de tweede en de volgende filtermodules (E) monteren
Plaats een afdichting DN 150 in de daarvoor bedoelde opening van de container (M 2/ M 3/ M 4/ M 5) en draai de uitloop
DN 150/1 van binnen vast aan de container. Schuif de O-ring tot aan de eerste aanzet op het uitloopstuk.
De inloop bij de volgende filtermodules (G) monteren
Plaats een afdichting DN 150 in de daarvoor bedoelde opening van de container (M 2/ M 3/ M 4/ M 5) en draai de uitloop
DN 150/2 van binnen vast aan de container. Sluit de niet benodigde openingen op de filtermodules met de meegeleverde
stoppen en afdichtingen (D).
De modules (H) verbinden
Schuif de O-ring (H-1) tot aan de eerste aanzet (H-2) op het uitloopstuk DN 150/1. Schuif het inloopstuk DN 150/2 van
de volgende module helemaal (H-3) op het uitloopstuk DN 150/1. De O-ring rolt aldus naar zijn eindpositie.
De luchtaansluiting (H) monteren
Schuif de houder van de zuurstofsteen (H-5) van binnen op het uitloopstuk van de voorafgaande filtermodule. Verbind
de luchttoevoerleiding (H-4) met de zuurstofsteen (H-6) en leg deze in de geleiding van de houder van de zuurstofsteen
en over de rand van de container om een
OASE
-vijverbeluchter (bijv. Aqua-Oxy) aan te kunnen sluiten.
Monteren van een optioneel UVC-voorzuiveringsapparaat bij de toepassing "gravitatieprincipe"
Montage op de uitloop van het systeem (module M 1 pompkamer) (I1): boor met een 10 mm-boortje van binnenuit door
de indeukingen in de wand van het reservoir met de uitloopopening. Bevestig de houder voor de Bitron (optioneel) buiten
op het reservoir. Koppel de waterinloop van het UVCvoorzuiveringsapparaat (Bitron van
OASE
) met behulp van de aan-
sluitset aan de uitloop van pompkamer M 1 en draai de achterste pootjes aan de Bitron-houder.
NL
Summary of Contents for ProfiClear Module M1
Page 1: ...29742 10 E Proficlear Module 1 5 29742 GAW Proficlear A6_end 23 10 2009 14 22 Uhr Seite 2...
Page 2: ...2 A B...
Page 3: ...3 C H D E F G...
Page 4: ...4 I1 I2...
Page 5: ...5 J K L M N...
Page 86: ...86 M 1 M 5 J K M 1 8 C Profiline 8 C OASE 16 Screenex 60 1 3 UA BG...
Page 99: ...99 M 2 M Screenex Screenex Screenex M 3 M 5 K N 2 3 L M 1 M 5 J K M 1 8 C Screenex 1 60 CN...
Page 110: ......
Page 111: ......
Page 112: ...29742 10E...