Oase ProfiClear Module M1 Operating Instructions Manual Download

Page: 22 / 112

Monteren van een optioneel UVC-voorzuiveringsapparaat bij de toepassing "pompsysteem"

Montage aan de inloop van module M 2 (Screenex afscheider voor grove verontreinigingen) (I2): sluit de opening DN-
100 af met behulp van de meegeleverde afdichting, de stop en de schroeven. Koppel de wateruitloop van het UVC-voor-
zuiveringsapparaat (Bitron van

OASE

) met behulp van de aansluitset aan de inloop van pompkamer M 2.

De systeemuitloop monteren

– Gravitatieprincipe (F): Bevestig de aansluitset op de uitloop van de pompkamer M 1. Om drukverlies te voorkomen,

moet u een zo kort mogelijke slangverbinding leggen met een zo groot mogelijke binnendoorsnede leggen. Leg de
verbinding goed beschermd met zo min mogelijk bochten en zaag het slangmondstuk op de desbetreffende plaatsen
voor de diverse slangen af. Verwarm de slangen met heet water, schuif c.q. draai de slangen op het slangmondstuk en
maak ze vast met een slangklem.

– Gepompte systemen: Sluit een buisleiding DN 100 op de wateruitlaat aan en leg deze beschermd en met zo min

mogelijk bochten (bochten van max. 45 °).

De vuilafvoer monteren

Het verontreinigde water kan uitwerpselen van vis bevatten en moet volgens de geldende juridische bepalingen
verwijderd worden. De vuilafvoeren van het filtersysteem worden aangesloten op een hogedrukleiding DN 50, die met
een verval van 30 mm in stroomrichting gelegd moet worden.

In gebruik nemen en controleren of alles naar behoren werkt

Belangrijk! In filterwerking moeten de schuifafsluiters van de vuilafvoer altijd gesloten zijn! Anders bestaat de
kans dat de vijver leegloopt!

Lees de veiligheidsinstructies eerst door! Voordat u het apparaat in gebruik neemt, moet u controleren, of alle
bevestigingshaken op de binnendeksels van de filtermodules (M 2/ M 3/ M 4/ M 5) goed dicht zijn en of alle aangesloten
slangen en buisleidingen correct zitten. Trekschuif op de systeeminloop openen, pomp inschakelen, controleren of het
systeem helemaal dicht is. Opmerking: als u het systeem voor het eerst installeert, bereikt het zijn volledige biologische
reinigingswerking pas na enkele weken. Een omvangrijke activiteit van de bacteriën ontstaat pas vanaf een
gebruikstemperatuur van + 10 °C, die u op de controlethermometer van de filtermodules (M 2/ M 3/ M 4/ M 5) kunt
controleren.

Reiniging en onderhoud

Lees de veiligheidsinstructies eerst door! Reinig het apparaat alleen als het nodig is, gebruik voor een optimale
ontwikkeling van de filterbiologie geen chemische reinigingsmiddelen, aangezien deze de bacteriën in de filterschuimen
doden. Dit is het begin van een verminderde filterwerking. Reinig het filtersysteem onmiddellijk als de vlotter in de
waterpeilindicatie van buiten zichtbaar is (alleen bij gepompte systemen). Pomp uitschakelen en tegen per ongeluk
inschakelen beveiligen, trekschuif op de systeeminloop sluiten, deksel van de filtermodule afnemen.

De waterpeilindicatie reinigen

Trek de waterpeilindicatie uit het binnendeksel. Verwijder de sluitstop en de vlotter uit de behuizing van de
waterpeilindicatie en reinig ze met schoon water. In omgekeerde volgorde weer monteren, zodat de vlotter vrij kan
bewegen in de behuizing.

Module M 2 (afscheider voor grove verontreinigingen): Screenex-cilinders reinigen (J)

Draai de draaigreep van de Screenex-cilinders meerdere malen heen en weer: De cilinder wordt gereinigd door borsten
aan binnen- en buitenwand. Indien nodig, de cilinderhouder losmaken, de Screenex-cilinders eruit nemen en van binnen
en buiten grondig afborstelen en schoonspoelen onder stromend water.

Module M 2 (afscheider voor grove verontreinigingen): Reinigingsborstels vervangen (M)

Wanneer de reinigingsborstels van de Screenex-cilinder versleten zijn, moet u de cilinderhouder losmaken, de Screenex-
cilinder eruit nemen. Moeren van de borstelhouders binnen en buiten losdraaien, versleten borstels er uit trekken, nieuwe
borstels in de geleiding schuiven, moeren weer vastdraaien, Screenex-cilinder in de container zetten en vastzetten met
de cilinderhouders.

Modules M 3 (filterschuim) en M 5 (fosfaatbinder): filterschuimen reinigen (K) en vervangen (N)

Om de filterschuimen mechanisch te reinigen, moet u aan de reinigingsgrepen trekken en meerdere malen niet te stevig
of te snel „pompen“. De schuifafsluiter openen, totdat het water volledig is weggestroomd, de schuifafsluiter weer sluiten,
de reinigingsprocedure desnoods 2-3 maal herhalen. Indien nodig, de bevestigingshaken van het binnendeksel
losmaken (L), het binnendeksel met filterschuimen eruit nemen, de schuimhouderplaten van de schuimhouders
losmaken, de filterschuimen lostrekken en onder schoon water reinigen. Indien nodig, de filterschuimen vervangen.

Gemeenschappelijke reinigingsprocedures voor alle filtermodules M 1 - M 5 (J, K)

Na het reinigen van de filterelementen moet u de schuifafsluiter van de vuilafvoer openzetten en wachten totdat het
vijverwater is weggestroomd en de containers helemaal leeg zijn. Breng een slang voor vers water op de sproei-inrichting
(behalve M 1) aan en voer vers water toe. Als de containers van binnen schoongespoeld zijn en het water is
weggestroomd, moet u de schuifafsluiter weer goed dichtmaken en de containers tot aan de hoogte van de afvoer vullen
met vers water. Na afloop van de reinigingsprocedure moet u de trekschuif op de systeeminloop weer openen, de pomp
inschakelen, controleren of het systeem dicht is, het deksel van de filtermodules sluiten.

Bewaren/overwinteren

Bij watertemperaturen van minder dan 8 °C of ten laatste als er kans is op vorst, moet u het systeem buiten werking
stellen. Maak het systeem leeg, reinig het grondig en controleer of het beschadigd is. Dek de filterhouders zodanig af,
dat er geen regenwater kan binnendringen. Maak alle slangen, buisleidingen en aansluitingen zo ver mogelijk leeg en
laat de schuifafsluiters van de filtermodules open staan.

Tot afval verwerken

Het apparaat dient volgens de nationale wettelijke bepalingen tot afval te worden verwerkt. Neem voor vragen contact
met uw vakhandel.