69
NL
6
het apparaat inschakelen: Raak het aan/uit-bedieningselement aan.
Een akoestisch signaal geeft aan dat het apparaat in stand-by staat.
•
Het timer-bedieningselement toont: .
•
De bedieningselementen van de kookvelden tonen of of .
7
Plaats een gepast kookgerei op het kookveld dat u wilt gebruiken.
De onderkant van het kookgerei en het oppervlak van het kookveld moeten schoon en droog zijn.
8
Raak het bedieningselement van het kookveld dat u wilt gebruiken aan. De relevante indicator begint te knipperen.
9
Raak de schuifregelaar aan om een warmte-instelling te selecteren.
Opmerking:
•
U kunt de warmte-instelling op elk moment tijdens het koken aanpassen.
•
Als u binnen 1 minuut geen warmte-instelling kiest, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Om te hervatten, schakel de kookplaat
opnieuw in door het aan/uit-bedieningselement aan te raken .
10
Ongepast kookgerei: Het foutsignaal en de warmte-instelling worden afwisselend op het display van het kookveld weergegeven als:
•
er zich geen pan op het gekozen kookveld bevindt.
•
de pan niet geschikt is voor inductiekoken.
•
de pan te klein is of niet juist in het midden van het kookveld is geplaatst.
Opmerking: De werking van het kookveld start enkel wanneer er zich een gepaste pan op het kookveld bevindt. Het display wordt automatisch
na 1 minuut ingeschakeld als er geen gepaste pan op het kookveld is geplaatst.
Eén kookveld uitschakelen
11
Raak het bedieningselement van het kookveld dat u wilt uitschakelen aan.
12
Schakel het kookveld uit door de schuifregelaar links aan te raken. Het display toont: .
het volledig apparaat uitschakelen
13
Raak het aan/uit-bedieningselement aan .
Na elk gebruik, schakel het apparaat uit via de hoofdschakelaar. Wacht niet totdat de kookplaat automatisch wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
Een ingebouwde koelventilator wordt automatisch in werking gesteld om de elektronische onderdelen tegen oververhitting te beschermen.
Deze blijft werken, zelfs nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld. Schakel de voeding naar het apparaat niet uit wanneer de ventilator draait!
Waarschuwing voor restwarmte
14
Het apparaat is voorzien van een restwarmte-aanduiding voor elk kookveld.
De indicator verschijnt op het display nadat het kookveld is uitgeschakeld om aan te geven dat het kookveld nog warm is. De indicator verdwijnt
wanneer het oppervlak tot een veilige temperatuur is afgekoeld.
•
hint: Als u nog verder pannen wilt verhitten, gebruik het kookveld dat nog warm is om energie te besparen.
Boostfunctie
15
starten: Raak het bedieningselement van het kookveld aan.
16
Raak het boost-bedieningselement aan . De kookveldindicator toont: . Het vermogen wordt op maximum ingesteld.
annuleren: Raak het bedieningselement van het kookveld aan waarvan u de boosfunctie wilt annuleren.
Optie a: Raak het boost-bedieningselement aan. Het kookveld keert terug naar de oorspronkelijke instelling.
Optie B: Raak de schuifregelaar aan . Het kookveld keert terug naar het niveau dat u hebt ingesteld.
•
Deze functie werkt in alle kookvelden. Het kookveld keert na 5 minuten terug naar zijn oorspronkelijke instelling.
Warmhoudfunctie:
17
starten: Raak het bedieningselement van het kookveld aan.
18
Raak het warmhoud-bedieningselement aan: Het display toont: .
19
annuleren: Raak het bedieningselement van het kookveld aan.
Optie a: Raak het warmhoud-bedieningselement aan. Het kookveld keert terug naar de oorspronkelijke instelling.
Optie B: Raak de schuifregelaar aan . Het kookveld keert terug naar het niveau dat u hebt ingesteld.
Flexibel gebied
20
Dit gebied kan op elk moment als één kookveld of 3 verschillende kookvelden worden gebruikt naar gelang de kookbehoeften. Het flexibel gebied
is gemaakt van twee onafhankelijke inductoren die afzonderlijk bediend kunnen worden. Tijdens de werking als één kookveld; als een kookgerei
van het ene naar het andere kookveld binnen het flexibel gebied wordt verplaatst, wordt hetzelfde vermogenniveau waarop het kookgerei wordt
geplaatst gehandhaafd en wordt het deel dat niet door kookgerei wordt bedekt automatisch uitgeschakeld.
Belangrijk: Zorg dat het kookgerei in het midden van één kookveld wordt geplaatst. In geval van grote, ovalen, rechthoekige en langwerpige
potten/pannen, zorg dat deze in het midden van beide kookvelden worden geplaatst.
21
Groot kookveld: Om het flexibel gebied als één groot kookveld te gebruiken, druk op de specifieke toetsen.
Als de pan van het voorste naar het achterste gedeelte (of vice versa) wordt geplaatst, detecteert het flexibel gebied automatisch de nieuwe
positie en wordt hetzelfde vermogen gehandhaafd. Om een andere pan toe te voegen, druk nogmaals op de specifieke toetsen om het kookgerei
te detecteren.
22
3 onafhankelijke kookvelden: Om het flexibel gebied als 3 verschillende kookvelden met verschillende vermogeninstellingen te gebruiken, druk
op de of toets..
veiligheidsmodus (kinderslot)
23
Om de veiligheid van de kinderen te garanderen en toevallige werking te voorkomen, is het apparaat uitgerust met een kinderslot.
vergrendelen:
Raak het kinderslot aan om te voorkomen dat kinderen de kookplaat inschakelen. Alle toetsen (uitgezonderd het
aan/uit-bedieningselement ) zijn nu uitgeschakeld. De timer toont .
Ontgrendelen:
Zorg dat de inductiekookplaat is ingeschakeld. Raak het kinderslot gedurende enkele seconden aan. U kunt nu uw
inductiekookplaat opnieuw gebruiken.
IM_OBH39831_141028_V06.indb 69
10/28/14 2:44 PM