51
RESOLUCIÓN DE PROBLEMAS
ATENCIÓN: parar la unidad y desconectar la bujía antes de realizar todas las
pruebas correctivas recomendadas en la tabla siguiente, a no ser que sea
necesario el funcionamiento de la unidad.
Una vez verificadas todas las posibles causas, si el problema no se resuelve, llamar a un Centro
de Asistencia Autorizado. Si se observa un problema no listado en esta tabla, llamar a un
Centro de Asistencia Autorizado.
PROBLEMA
POSIBLES CAUSAS
SOLUCIÓN
El motor no arranca o se
apaga a los pocos segundos
del arranque. (Comprobar
que el interruptor esté en
"I")
1. No hay chispa
2. Motor atascado
1. Controlar la chispa de la bujía. Si no
hay chispa, repetir la prueba con
una bujía nueva (BPMR6A).
2. Seguir el procedimiento de la
pág.21. Si el motor no arranca,
repetir el procedimiento con una
bujía nueva.
El motor arranca, pero no
acelera correctamente o no
funciona correctamente a alta
velocidad.
E s n e c e s a r i o r e g u l a r e l
carburador.
Llamar a un Centro de Asistencia
Autorizado para regular el carburador.
E l m o t o r n o a l c a n z a l a
máxima velocidad y/o emite
demasiado humo.
1. Controlar la mezcla aceite-
gasolina.
2. Filtro de aire sucio.
3. Es necesario regular el
carburador.
1. Utilizar gasolina fresca y un aceite
adecuado para motores de 2
tiempos.
2. Limpiar; leer las instrucciones del
capítulo Mantenimiento del filtro
de aire.
3. Llamar a un Centro de Asistencia
A u t o r i z a d o p a r a r e g u l a r e l
carburador.
El motor arranca, gira y
acelera, pero no mantiene el
mínimo.
E s n e c e s a r i o r e g u l a r e l
carburador.
Regular el tornillo del mínimo "T"
(Fig.66, pág.34) en sentido horario
para aumentar la velocidad; consultar
e l c a p í t u l o M a n te n i m i e n to d e l
carburador.
El motor arranca y funciona,
pero el flujo de aire es
reducido
1. R e j i l l a d e p r o t e c c i ó n
obstruida
2. Rotor dañado
3. Espiral y tubos obstruidos
1. Limpiar la rejilla de protección
2. Llamar a un Centro de Asistencia
Autorizado
3. Limpiar
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u de
aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert, behalve
als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem
dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze
tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSING
De motor start niet of gaat
na enkele seconden na het
starten weer uit. (Controleer
of de schakelaar in stand "I"
staat)
1. Er is geen vonk
2. Motor is verzopen
1. Controleer de vonk van de bougie.
Als er geen vonk is, herhaal de
test dan met een nieuwe bougie
(BPMR6A).
2. Volg de procedure op pag.21. Als
de motor nog niet start, herhaal
de procedure dan met een nieuwe
bougie.
De motor start, maar versnelt
niet voldoende of werkt niet
goed bij hoge snelheid.
De carburateur moet worden
afgesteld.
Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur te
laten afstellen.
De motor bereikt de volledige
snelheid niet en/of geeft zeer
veel rook af.
1. Controleer het olie-/
benzinemengsel.
2. Luchtfi lter is vuil.
3. De carburateur moet
worden afgesteld.
1. G e b r u i k v e r s e b e n z i n e e n
een olie die geschikt is voor
tweetaktmotoren.
2. Schoonmaken; zie de instructies in
het hoofdstuk Onderhoud van het
luchtfilter.
3. Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur
te laten afstellen.
De motor start, draait en
v e r s n e l t , m a a r w i l n i e t
stationair lopen.
De carburateur moet worden
afgesteld
Stel de stationairstelschroef "T" (Fig.66,
pag.34) naar links bij om de snelheid
te verhogen; zie het hoofdstuk
Onderhoud carburateur.
De motor start en draait, maar
de luchtstroom is beperkt
1. Beschermrooster verstopt
2. Rotor beschadigd
3. Slakkenhuis en buizen
verstopt
1. Beschermrooster schoonmaken
2. Neem contact op met een erkende
hersteller
3. Schoonmaken