NL
18
WZG 100:
Voor het verbinden van de schroef van de omheiningsschakelaar open de rode schakelaarknoop en neem de gestripte
kabel tussen de schroef en zijn basis, haal de schroef aan om een goede elektroverbinding te verzekeren. Installeer het
aanaarden
WZG 300, 600, 950 and 1000
Voor het verbinden van omheining duw onderaan de rode knoop en leg de gestripte kabel in de schakelaar. Verzeker de
verbinding door de draad licht te trekken. Installeer de het aanaarden draad aan de zwarte schakelaar in de zelfde manier
en beveilig de verbinding.
In WZG 950 kunt u de controle van het terugkeer voltage met het groene schakelaar en het aanaarden testen door de
blauwe schakelaar op de zelfde manier verbinden.
Als u de verbindingsdraad niet rechtstreeks aan de energiser kunt installeren, raden wij u aan de aardekabel van WZG
om de omheining met het apparaat te verbinden te gebruiken. De aardekabel van WZG heeft een dikke isolatie die de
hoogspanning isoleert die de omheining energiser veroorzaakt. U kunt deze kabel gebruiken om de omheiningsdraad
door een muur te nemen en u kunt het ook onder grond installeren als dit noodzakelijk is.
Gebruik nooit laag voltage kabels of gewone installatiekabels, omdat deze geen volledige isolatie aankunnen tot een
voltage van 10.000 volts. Lekkages verminderen het effect van het apparaat en kunnen storingen veroorzaken aan
telefoons, TV beelden of radio.
5. Aanaarden
Aanaarding heeft betrekking op de aanaarding van de omheining in gebruik. Wanneer een dier in aanraking komt met de
omheiningsgeleider en de aarde op hetzelfde moment, maakt dit het electromechanische circuit compleet en ontstaat er
een schok. Daarom is een goede aanaarding in belang van het functioneren van de omheining.
Aanaarding kan ontstaan door het gebruik van de grond als geleider of door het gebruik van een beaardingsdraad in de
omheining. Bij traditionele aanaarding krijgt het dier een schok wanneer deze tegelijkertijd in aanraking komt met de
grond en de omheining. Bij het tweedradig systeem krijgt het dier een schok wanneer deze tegelijkertijd in aanraking
komt met beide draden.
5.1 het traditionele aanaarden door de grond te gebruiken en elektroden aan te aarden:
De omheiningsleiders zijn de draden die op de geïsoleerde posten worden opgehangen en de aanaarden leider is de
grond. Sluit de het aanaarden terminal van de omheining energiser aan de grond via grondankers die in de grond worden
gedreven. De beste plaats voor het aanaarden van staven (elektroden) is een vochtige plaats dichtbij aan de omheining.
Elektrische omheiningsenergisers van high power WZG vereisen minstens drie grondankers. Twee worden geadviseerd
voor de kleinere modellen van WZG 100 en 300. De extra grondanker staven kunnen in droge voorwaarden worden
vereist of bij het bouw van lange omheiningen. De grondankers moeten aan de energiser met een draad worden
aangesloten die een minimumdiameter heeft van
1 mm. Bevestig de schakelaardraad stevig aan de grondanker met
schroeven. Voor het beste resultaat is aan te raden de bijgeleverde originele grondankers en draden van WZG te
gebruiken.
.
Gebruik nooit vaste structuren zoals pijpleidingen of gebouwen voor het aanaarden van een omheining energiser.
Het foutief aanaarden is de meest voorkomende oorzaak van het slechte functioneren van de omheining en de storingen
in radioapparaten of telefoons.
5.2 Twee draadig systeem
Dit systeem geeft het beste resultaat in situaties wanneer de grond weinig electriciteit geleid. Bijvoorbeeld in situaties
wanneer het erg droog is of als er sneeuw ligt op de grond.
Gebruik twee afrasteringsdraden die 10 cm vanelkaar af geplaatst zijn. De bovenste draad is de “net” draad, verbind deze
met de omheiningsapparaat. De onderste draad,is de “aanaarding” verbind deze met de aanaardings terminal van het
apparaat. Het dier krijgt een schok, wanneer deze de beide draden op het zelfde moment aanraakt. Desondanks, is aan
te raden om de aanaardingsdraad ook te verbinden met de grond via een grondanker om zo de kans op storingen te
verminderen en de functionaliteit van de omheinig te verzekeren.
6. Storing in electro mechanische apparaten
De frequentie die een omheiningsapparaat uitzend, is zo laag dat bij correcte installatie geen audio en visuele storingen
veroorzaakt bij radio apparaten. De hoofd reden voor storingen (typisch kletter geluid van een luidspreker) is een foutief
geimplementeerde aanaarding op de omheinig. Controleer en verhelp de aanaarding aan de hand van hoofdstuk 4 in
deze handleiding.