31
Bediening
Toelaatbare brandstoffen
De onderstaande aangevoerde brandstoffen zijn
toelaatbaar:
●
Zuivere houtstukken in de vorm van kloofhout.
Maximale lengte: .........33 cm
Omvang: .................. ca. 30 cm
●
Houtbriket volgens DIN EN 14691
Grootteklasse HP 2
Maximale lengte: .........20 cm
Kloofhout
bereikt na een opslag van 2 tot 3 jaar in de
open lucht (slechts boven afgedekt) een vochtigheid van
10 to 15% en is dan best voor het stoken geschikt.
Vers gehakt hout
heeft een heel hoge vochtigheid en
brandt daarom slecht. Naast de heel geringe verwar-
mingswaarde belst het aanvullend het milieu. De verhoog-
de condensaat- en teervorming kan de aanleiding zijn, dat
de haard en de schoorsteen vol roet en teer geraken.
Uit het diagram blijkt dat het verbruik bij gekapt hout (ver-
warmingswaarde 2,3 kWh/kg) in vergelijking met droog
hout (verwarmingswaarde 4,3 kWh/kg) bijna dubbel zo
hoog is.
Vocht [%]
min. 2 jaar lang droog opgeslagen hout
Verwarmingswaarde [kWh/kg]
gekapt hout
Slechts met deze brandstoffen bereikt U een optimale ver-
branding en stookt U milieuontziend. Door de brandstof-
toevoer in gedeeltelijke hoeveelheden wordt een onnodi-
ge emissie vermeden. Een zuivere afbrand herkent U daar-
aan, dat de vuurvaste klei helder verkleurd.
Volgens de Duitse Emissiebeschermingswet is het ver-
boden, bijv. de volgende brandstoffen in haarden te
verbranden:
●
Vochtig resp. met houtconserveermiddelen behan-
deld hout
●
Houtzaagsel, spaanders, slijpstof
●
Schors- en spaanderplaatresten
●
Steenkoolgruis
●
andere afvallen
●
Papier en karton (buiten om aan te steken)
●
Stro
Neemt U in acht voor het eerste stoken
●
Alle toebehoren uit de aslade en verbrandings-ruimte
verwijderen.
●
De optredende geur door het verdampen van de
beschermingsverlakking verdwijnt, wanneer de haard-
kachel meerdere uren heeft gebrand (ruimte goed
ontluchten).
●
De haardkachel is met een hoogwaardige tempera-
tuurbestendige laklaag voorzien, die zijn definitieve
vastheid eerst na het eerste verwarmen bereikt. Zet U
daarom niets op de haardkachel en beroert U de op-
pervlakken niet, omdat anders de laklaag kan worden
beschadigd.
●
Zodra het aanmaakmateriaal brandt, 2 maal een vuur
aanleggen met ca. 3 kg hout, zodat de temperatuurbe-
stendige lak zijn definitieve vastheid verkrijgt.
Aansteken
●
Voor het ontsteken van de haardkachel moet u contro-
leren of er geen brandbare voorwerpen op de haardka-
chel liggen.
●
Aslade eventueel ledigen en weer inschuiven.
●
Verbrandingsluchtklep compleet openen.
●
Geopend vuurroster = uitgetrokken regelhendel
●
Kleine hoeveelheid brandhout en daarop aansteekma-
teriaal (aansteekblokjes en droog, klein aansteekmateri-
aal) leggen en aansteken.
●
Verbrandingsruimtedeur sluiten, opdat het aansteek-
materiaal goed kan beginnen te branden.
●
Zodra er een gloed is ontstaan moet een hoeveelheid
brandmateriaal overeenkomstig de warmtebehoefte
worden opgelegd (zie hoofdstuk “Stoken”).