9
7
I
NSTALLATIE
Alle plaatselijke richtlijnen, inclusief de richtlijnen die betrekking hebben tot nationale en Europese
normen, moeten in acht genomen worden bij het installeren van de kachel.
Alleen een toestel dat aangesloten werd door een erkend installateur, garandeert de naleving van
de richtlijnen inzake bouwkunde en brandpreventie. Dit is zeker nodig voor een correcte en veilige
werking van de kachel.
7.1 Plaatsing
De kachel mag enkel geplaatst worden op een vloer met een voldoende grote draagcapaciteit (zie
technische gegevens). Indien deze niet voldoet, dan moeten maatregelen genomen worden om de
draagcapaciteit te verhogen.
Het toestel moet zo vlak mogelijk geïnstalleerd worden.
Indien de kachel op een brandbare vloer wordt geplaatst, leg er dan een vuurvaste plaat onder,
welke minimaal 300 mm voor de kachel uit steekt. Verder dienen de volgende veiligheidsafstanden
gerespecteerd te worden tot brandbare materialen:
•
Vooraan 80 cm
•
Achteraan 40 cm voor brandbare wand
20 cm voor onbrandbare wand
•
Zijwaarts 80 cm
7.2 Verbrandingslucht
De nodige zuurstof voor de verbranding wordt aangevoerd via de openingen in de onderzijde van
de kachel. Voor een optimale verbranding moet er voldoende verse lucht voorzien worden. Indien
er onvoldoende luchttoevoer is, dan kan dit resulteren in een onvolledige verbranding en de
terugslag van rookgassen.
De kachel met primaire en secundaire verbrandingsluchttoevoer is uitgerust met de bijbehorende
bedieningselementen. De primaire lucht wordt rechtstreeks in de brandende brandstof gebracht
(gewoonlijk via de aslade en het rooster) en dient voor de primaire verbrandingsreactie. De
secundaire lucht ondersteunt de verbranding van de resterende brandstofgassen in de
verbrandingsproducten en verhoogt zo het thermisch rendement van de verwarming en speelt een
belangrijke rol bij de vermindering van de hoeveelheid verontreinigende stoffen die in de
omgevingslucht vrijkomt. De secundaire lucht wordt hoofdzakelijk toegevoerd naar de ruimte boven
de brandende brandstof. De aanwezigheid ervan zorgt ervoor dat de koude lucht op de binnenwand
van de voorruit wordt gerold. Tegelijkertijd voorkomt dit proces dat de ruit donkerder wordt. Door de
primaire lucht geheel of gedeeltelijk in te sluiten, neemt ook de secundaire lucht deel aan de primaire
verbranding. Laat bij het aansteken van het vuur, wanneer de schoorsteentrek nog zwak is, de
primaire lucht volledig open staan. Wanneer de schoorsteen begint op te warmen, kunt u de primaire
luchttoevoer gedeeltelijk of volledig sluiten, afhankelijk van het gewenste vermogen van de kachel.