NL
39
AANWIJZINGEN
Wij danken u voor de aanschaf van dit Olympus-
product. Lees a.u.b. voor het gebruik deze
handleiding aandachtig door en houd deze bij
de hand voor raadpleging in de toekomst.
Naam van onderdelen (afb.
1
)
1
Voorkapje van de lens
2
Filtervatting
3
Velddiepteschaal
4
Afstandsschaal
5
Scherpstelring
6
Index lensvatting
7
Achterkapje van
de lens
8
Elektrische contacten
9
Kapvatting
0
Lenskap
(optioneel : LH–48)
a
Bevestigingsschroef
Een andere scherpstelmethode gebruiken (afb.
2
)
Schuif de scherpstelring in de richting van de pijl om
op een andere scherpstelmethode over te schakelen.
1
: AF/MF
2
: Fotoscherpstelling
Voor
2
past u de scherpstelring aan aan de
afstand van uw object. In overeenstemming met
de waarde van het diafragma ingesteld op de
camera, wordt scherpgesteld binnen het bereik
van de afstandsinstelling aangeduid door de
velddiepteschaal.
• De diafragmawaarde groter dan f5,6 wordt aanbevolen.
• Ongeacht de AF-modus van de camera kunt u
fotograferen met de ingestelde waarde.
De kap bevestigen/opbergen (afb.
3
)
Opmerkingen over het fotograferen
• De randen van foto’s zouden afgesneden kunnen
worden als er meer dan één filter gebruikt wordt
of als er een dik filter wordt gebruikt.
• Wanneer u gebruikmaakt van een flitser,
wordt het licht mogelijk geblokkeerd door de
behuizing van het objectief, de lenskap enz.
• De instelling van de afstand kan worden
gewijzigd wanneer de scherpstelmethode
wordt gewijzigd van fotoscherpstelling naar
AF/MF en terug naar fotoscherpstelling. Pas
de instelling opnieuw aan.
Belangrijkste technische gegevens
Lensvatting :
Micro Four Thirds vatting
Scherpstelafstand :
12 mm
(equivalent aan 24 mm
op een 35 mm-camera)
Max. diafragma
: f2,0
Beeldhoek :
85°
Configuratie van de lens : 8 groepen, 11 lenzen
Irisinstelling :
f2,0 tot f22
Scherpstelbereik :
0,2 m tot
)
(oneindig)
NL