NL
18
MERKTEKENS OPNEMEN IN DE TOURMODUS
De markeerfunctie wordt gebruikt om tijdens een TOUR een
bepaalde positie te markeren. Om een merkteken in te voeren
houd u
ingedrukt wanneer de TOURMODUS in
gebruik is.
Het merkteken wordt enkel aangegeven in de pc-
gegevens nadat het van het uurwerk is overgeschreven.
PAUZEREN IN DE TOURMODUS:
Herhaal de bovenstaande Stappen 1 –
2 en druk daarna op
FUNC/SET
. REST
wordt onderaan het display
aangegeven. Druk op
ST/SP/-
om een
rustpauze aan (pauzerend) of uit
(opnemend) te schakelen.
OM DE TOURMODUS TE DEACTIVEREN:
Voor de beste resultaten voert u deze stappen onmiddellijk na
het beëindigen van uw tocht uit:
1. Druk tegelijkertijd op
FUNC/SET
en
MODE
.
Het nummer van de
TOUR verschijnt op het
display. Het percentage
(%) bovenaan staat voor
het totale gebruikte
geheugen.
De standaard opnametijd voor metingen in de TOURMODUS
is om de 5 seconden. Om de tussenpauzen tussen de metingen
door te verlengen en daarmee de geheugencapaciteit te
vergroten moet u de instelling via de pc-software doen.
OM DE TOURMODUS TE ACTIVEREN:
Voor de beste resultaten voert u
deze stappen vlak voor het begin
van een tocht uit:
1. Druk tegelijkertijd op
FUNC/
SET
en
MODE
. Het scherm
TOUR END verschijnt op het
display.
2. Houd
FUNC/SET
twee seconden lang ingedrukt. Het nummer
van de TOUR (T1, T2 enz.) verschijnt onderaan het display.
U bent nu informatie aan het registreren. Het percentage
(%) aan de bovenaan het scherm geeft het totale gebruikte
geheugen aan.
3. Druk op
MODE
om terug te keren naar het KLOKDISPLAY.
Het gebruikte uurwerkgeheugen wordt in percent
aangegeven. Wij bevelen aan dat u de gegevens op uw pc
overschrijft en alle TOURGEHEUGENS uit het uurwerk wist
wanneer dit getal naar de 100% neigt. Eenmaal het gebruikte
geheugen 100% bereikt kan het uurwerk geen verdere
metingen registreren.
LET OP
LET OP
2 sec
RX109-Dutch.P65
2004.9.2, 6:36 PM
18