NL
24
snelheidssensor (voorwiel), de cadanssensor (pedaal), de
twee magneten (voorwiel en pedaal) en de fietshouder
(stuur). Verwijs naar het volgende hoofdstuk voor instructies.
2. Uw wielomtrek specificeren. Zie hieronder voor instructies.
STAP 1: HET VASTMAKEN VAN DE UITRUSTING AAN DE
FIETS
Max 100 cm
Om de uitrusting vast te maken:
1. Kies een van de twee stuur adapter ringen -- 2.4-2.6 of 3.0-3.2 cm
doorsnede (0.95-1.02 of 1.18-1.26 inch doorsnede) -- geschikt
voor uw fiets stuur. Schuif hem over het stuur en bevestig hem in
de uitsparing aan de onderzijde van de fiets adapter.
2. Maak de fietshouder met behulp van de geleverde rubbergreep,
moer en bout vast op het linkse of rechtse handvat van uw stuur.
Schroef vast tot de fietshouder stevig vastzit. De rubbergreep
zorgt voor een steviger contact.
3. Maak de cadanssensor vast aan een stationair punt achter het
pedaal. De rubbergreep zorgt voor een steviger contact. De
maximum afstand tussen de sensor en fietshouder bedraagt 100
cm (39 inch) en de maximale verticale hoek 30 graden.
4. Maak de cadansmagneet zo aan een pedaal vast dat zij zich
op een rechte lijn met de sensor bevindt met minder dan 5
mm (0,2 inch) tussenbeide.
5. Maak de snelheidssensor vast aan één van de benen van
het voorvork. De rubbergreep zorgt voor een steviger contact.
Max 5 mm
RX109-Dutch.P65
2004.9.2, 6:36 PM
24