156 -
Basisinformatie computer
Types CD's en DVD's
Als uw computer is uitgerust met een CD-station of een CD-writer,
kunt u alleen CD's afspelen.
Als uw computer is voorzien van een CD- of DVD-writer, kunt u
hiermee CD's kopiëren, uw eigen muziekcompilaties samenstellen,
digitale fotoalbums maken of een kopie maken van uw waardevolle
gegevens.
Controleer voordat u een CD gaat kopiëren of er geen
handelsmerken of copyright op rusten en dat u er een kopie
van mag maken. In de meeste landen mag u een back-up van
software maken of mag u muziek kopiëren voor eigen
gebruik.
CD- en DVD-writers ondersteunen twee soorten beschrijfbare discs:
"R": U kunt de disc slechts één keer gebruiken. Na het opslaan van
uw bestanden kunt u ze niet meer verwijderen of de disc opnieuw
gebruiken.
"RW": Dergelijke discs kunt u meerdere keren gebruiken voor het
opslaan of verwijderen van uw bestanden. Ideaal om back-ups te
maken van belangrijke gegevens.
Voorzorgsmaatregelen
✓
Plaats de disc in de lade voordat u een programma opstart.
✓
Verwijder de disc niet voordat u het programma dat gebruik maakt
van de disc hebt afgesloten. Uw computer kan anders vastlopen.
Als dit toch gebeurt, start dan uw computer opnieuw op met
behulp van Windows Taakbeheer.
✓
Als de lade niet naar buiten komt, kunt u deze handmatig prob-
eren te openen.
1.Schakel de computer uit.
2.Steek voorzichtig een rechtgebogen paperclip in het nooduitwer-
pgaatje (indien aanwezig). Gebruik hiervoor geen potlood; de
punt kan in het uitwerpgaatje afbreken en uw station beschadi-
gen.
✓
Houd de lade gesloten als u de speler niet gebruikt.
Poorten en connectors
De hieronder beschreven poorten en connectors zijn op veel Packard
Bell-computers aanwezig. Dat betekent natuurlijk niet dat ook uw
computer ze heeft of dat uw computer alleen deze poorten zou
bevatten. Kijk in
InfoCentre
voor specifieke documentatie over het
model dat u hebt gekocht.
Voorzorgsmaatregelen
✓
Lees altijd de installatie-instructies die bij een apparaat zijn gelev-
erd voordat u het apparaat aansluit.
✓
Verwijder geen apparaat dat de computer op dat moment
gebruikt.
✓
De meeste apparatuur is "hot-pluggable". Dit houdt in dat de
apparatuur kan worden aangesloten of verwijderd terwijl de
computer aan staat. De apparatuur wordt automatisch gede-
tecteerd en geïnstalleerd. Hot-pluggable apparatuur moet echter
wel worden uitgeschakeld voordat deze van de computer ontko-
ppeld kan worden (zie "Kaart verwijderen" op pagina pagina
155)
USB (Universal Serial Bus)
USB-poorten vormen een gemakkelijke "hot-
pluggable"-verbinding.
Met USB 2.0-connectors kunnen USB 2.0 Hi-speed-
apparaten hogere snelheden bereiken. Full speed-
en low speed-apparaten zullen op dezelfde snelheid
werken als bij eerdere versies van USB. U herkent
een apparaat aan de onderstaande logo's:
IEEE 1394
Via een IEEE 1394-poort (ook bekend onder de
naam FireWire™ of i.LINK) kunt u high-speed
digitale apparatuur, zoals een digitale videocamera,
een externe harde schijf of een scanner, op uw
computer aansluiten.
Legacy-poorten
Legacy-poorten zijn de oudere poorttypen die op de meeste
computers nog aanwezig zijn om te zorgen dat ook oudere appa-
ratuur kan worden gebruikt. Anders dan bij "hot-pluggable"-appa-
ratuur moet u de computer uitschakelen voordat u legacy-apparatuur
gaat aansluiten of verwijderen.
Audioconnectors
Communicatiepoorten
Netwerk (LAN- of Ethernet-poort): voor het delen
van een communicatielijn en -bronnen met andere
computers.
Andere soorten modems, zoals DSL-, kabel- of WiFi-apparaten
kunnen op de USB-poorten of PC Card-slots van uw computer
worden aangesloten.
Maak bij onweer alle verbindingskabels van uw computer los,
ontkoppel uw modem van de telefoonlijn, de TV-poort van de
antenne-aansluiting en zorg dat er geen netwerkkabels
aangesloten zijn. Een blikseminslag op nabije telefoonlijnen of
antennes kan uw modem, uw netwerk, uw TV-kaart of zelfs uw
gehele computersysteem beschadigen. De garantie is niet van
toepassing bij computerschade ten gevolge van een blikseminslag.
Computer in- en uitschakelen
Computer inschakelen
1. Schakel eerst alle apparaten IN die op de computer zijn aangeslo-
ten (waaronder de monitor) door op de voedingsschakelaar te
drukken.
2. Druk daarna op de AAN/UIT-knop om de computer AAN te zetten.
Parallel (printer- of LTP-poort): voor het
aansluiten van printers, scanners of externe harde
schijven.
Serieel (communicatie- of COM-poort): voor het
aansluiten van een externe modem, een muis of
een digitale camera.
PS/2: voor het aansluiten van een muis of
keyboard.
Lijnuitgang: voor het aansluiten van luidsprekers
op de computer.
Lijningang: voor het aansluiten van een
geluidsbron op uw computer.
Microfoon: Voor aansluiting van een
monomicrofoon met een plug van 3,5 mm.