Installatiegids
– Dutch
Wanneer de dakpanelen geplaatst zijn, moet de roofing
en daklijsten aangebracht worden.
Of de dakbedekking en
–lijsten bij het pakket horen,
verwijzen we naar de stuklijst.
Schroef eerst de dakrandversterkingen en
–lijsten onder
de uiteinden van de dakpanelen (indien meegeleverd).
Breng daarna de roofing aan.
Montage van de daklijsten:
Roofing (indien meegeleverd)
Snijdt voor de dakbedekking banen van de meegeleverde roofing af, overeenkomstig de lengte van
het dak. Begin met het bevestige van het bitumenbanen aan de onderste zijde van het dak, waarbij U
de banen in de lengte van achter naar voor legt. Laat de eerste baan zijdelings ca. 2-4 cm oversteken
(drupkant). Bevestig de roofing met de bijgeleverde roofingnagels op ca. 15 cm afstand. Let er bij het
aanbrengen van de volgende baan op dat deze de vorige minstens 10 cm overlapt.
Na het aanbrengen van de rooing volgt de
montage van de windvangpanelen en het
bevestigen van de sierlijsten aan de
gordingen en bovenste wandbalken.
Montage van de windvangpanelen en de sierlijsten:
Vloer
De vloerpanelen kunnen enkel geïnstalleerd worden als het tuinhuis volledig gemonteerd is, zo
vermijdt U onnodige bevuiling van de vloer.
Plaats de vloerdelen op de baisstructuur, tik ze licht tegen mekaar aan en vernagel ze krachtig met de
funderingsbalken. Zaag, indien nodig, het laatste vloerdeel op de geschikte breedte.
De laatste operatie is het aanpassen van de plinten om openingen tussen muur en vloerdelen te
bedekken. Zaag, indien nodig, de plinten op de gewenste lengte.
OPGELET
: Afhankelijk van het klimaat op de tuinhuislocatie, kunnen de vloerdelen zwellen of
krimpen. Als de vloerdelen zeer droog zijn en het klimaat vochtig, zullen ze zeer gemakkelijk het vocht
opslorpen. In dit geval, mogen de vloerdelen niet te stevig vastgezet zijn om mogelijke bolling te
vermijden. Laat wat ruimte (1-2 mm) tussen de vloerdelen voor opzwelling. Als Uw klimaat