Nederlands
- 18 -
Pro/-
op de afstandsbediening. Markeer
de gewenste zenders op de lijst en druk op
OK
om te
selecteren/deselecteren.
Swap zenders:
Vervang de posities van de twee
geselecteerde zenders in de zenderlijst. Markeer de
gewenste zenders in de lijst en druk op
OK
om te
selecteren. Als de tweede zender wordt geselecteerd,
wordt de positie van deze zender vervangen met de
positie van de eerste geselecteerde zender. U kunt
de
Gele
knop indrukken en het cijfer invoeren van
de zender die u wilt selecteren.
Markeer daarna
OK
en druk op
OK om naar die zender te gaan. U zult
mogelijk de
LCN
-optie moeten instellen op
UIT
om
deze functie in te schakelen.
Zender verplaatsen:
Een zender verplaatsen naar de
positie van een andere zender. Markeer de zender die
u wilt verplaatsen en druk op
OK
om te selecteren. Volg
deze procedure ook voor een tweede zender. Als de
tweede zender wordt geselecteerd, kunt u de
Blauwe
knop indrukken de eerst geselecteerde zender wordt
verplaatst naar de positie van die zender. Wanneer
het bevestiging dialoogvenster verschijnt, markeert u
JA
en drukt u op
OK
om door te gaan. U kunt de
Gele
knop indrukken en het cijfer invoeren van de zender
die u wilt selecteren.
Markeer daarna
OK
en druk op
OK om naar die zender te gaan. U zult mogelijk de
LCN
-optie moeten instellen op
UIT
om deze functie
in te schakelen.
Zender bewerking:
Zenders bewerken in de zender-
lijst. Bewerk de naam van de geselecteerde zender
(*)
en geef de
Netwerknaam, het Zendertype, de
Frequentie, Modulering en Symbol rate
gegevens
met betrekking tot die zender weer. Afhankelijk van de
zender kunnen andere opties worden bewerkt. Druk
op
OK
of de
Gele
knop om het gemarkeerde zender
te bewerken. U kunt de
Blauwe
knop indrukken om
de gemarkeerde zender te verwijderen.
(*)
Het nummer van het geselecteerde zender mag niet worden
gebruikt voor een ander zender in de lijst. U zult mogelijk de
LCN
-optie moeten instellen op
UIT
om het zendernummer
te wijzigen.
Zender verwijderen:
Markeer de gewenste zender(s)
in de lijst en druk op
OK
of de
Gele
knop om te selec-
teren/deselecteren. Daarna kunt u de
Blauwe
knop in-
drukken om de gemarkeerde zender(s) te verwijderen.
Wanneer het bevestiging dialoogvenster verschijnt,
markeert u
JA
en drukt u op
OK
om door te gaan.
Zenderlijst wissen:
Alle zenders verwijderen in de
zenderlijst. Een dialoogvenster verschijnt voor beves-
tiging. Markeer
OK
en druk op
OK
om door te gaan.
Markeer
Annuleren
en druk op
OK
om te annuleren.
Invoerbron - Satelliet
Satelliet opnieuw scannen:
Start een satellietscan
beginnende met het antenne selectiescherm. Als deze
scanoptie de voorkeur krijgt, zullen bepaalde scancon-
figuraties niet beschikbaar zijn en het is dus mogelijk
dat de voorkeuren die u hebt aangegeven tijdens de
initiële configuratie niet zijn gewijzigd.
Voor de
Algemene satelliet
zender installatiemodus
kan de toets optie
SatcoDX Scan
hier ook beschikbaar
zijn. Voor de standaardinstallatie selecteert u
Normale
scan
. Voor de SatcoDX installatie selecteert u
Satco-
DX Scan
en kopieert u het relevante .sdx-bestand in de
root directory van een USB geheugenstick en verbind
deze met uw TV. Selecteer deze optie en druk op
OK
.
Download SatcoDX
optie wordt gemarkeerd. Druk op
OK
om door te gaan. Selecteer het .sdx-bestand op
de verbonden USB geheugenstick op het volgende
scherm en druk op
OK
. Eerst verschijnt het Satelliet
selectiescherm. De status van de eerste satellietoptie
verschijnt als
Aan
. Markeer de satellietoptie en druk op
OK
. Configureer de parameters in overeenstemming
met uw systeem en druk op
Terug
om terug te keren
naar het satelliet selectiescherm. Markeer
Volgende
en druk op
OK
om door te gaan met de SatcoDX
zenderlijst installatie. Als geselecteerde satelliet niet
correct is voor de SatcoDX installatie verschijnt een
waarschuwing dialoogvenster op het scherm. Een lijst
verschijnt met satelliet(en) die kunnen worden gese-
lecteerd. Druk op
OK
om het dialoogvenster te sluiten
en druk op
Terug
om terug te keren naar het satelliet
selectiescherm. Configureer daarna de satelliet.
Satelliet toevoegen:
Voeg een satelliet toe en voer
een satellietscan uit. Deze menu-optie wordt actief
als de
Zender installatiemodus
is ingestelde op
Algemene satelliet
.
Satelliet update:
Zoek updates door de vorige scan
te herhalen met dezelfde instellingen. U kunt deze
instellingen ook configureren voor de scan.
Als de
Zender installatiemodus is ingesteld op Gewenste
positie kan deze optie een andere naam hebben,
afhankelijk van de beschikbare
services.
Markeer
de satelliet en druk op OK om de gedetailleerde
satellietparameters te configureren.
Druk daarna
op de knop
Terug
om terug te keren naar het satelliet
selectiescherm. Markeer
Volgende
en druk op
OK
om door te gaan.
Satelliet handmatige tuning:
Start een handmatige
satellietscan.
Markeer de satelliet en druk op OK
om de gedetailleerde satellietparameters te confi
-
gureren.
Markeer daarna
Volgende
en druk op
OK
om door te gaan.
Favoriet netwerk selectie:
Selecteer uw favoriete
netwerk. Deze menu-optie zal actief zijn als meer dan
een netwerk beschikbaar is. Sommige opties zijn mo-
gelijk niet beschikbaar afhankelijk van de landselectie
tijdens de
eerste installatie.
Zender overslaan:
Stel zenders in die u wilt overslaan
wanneer u schakelt tussen de zenders met de knoppen
Pro/-
op de afstandsbediening. Markeer
de gewenste zenders op de lijst en druk op
OK
om te
selecteren/deselecteren.