16
HET WATER VULLEN
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de tankunit met water gevuld is, voordat u de stroom
inschakelt.
1. Zorg ervoor dat de installatie van slangen goed is gebeurd.
2. Stel de watertoevoerklep in op "OPEN" en alle heet-waterkranen op
"OPEN".
3. Start met het vullen van water naar de tankunit. Na 20 – 40 min zal er
water uit de warmwaterkraan stromen.
Anders neemt u contact op de gemachtigde plaatselijke dealer.
4. Zet het binnentoestel aan. Stel dan de bediening binnen op "Tank
Connection" op "Yes".
Hierna verandert u de werkingsmodus in "Tank Mode". Zorg ervoor dat
de waterpomp werkt.
Anders neemt u contact op met uw plaatselijke geautoriseede dealer.
5. Controleer en zorg ervoordat dat bij de aansluitpunten van de slangen
geen lekkages zijn.
ONDERZOEK DE ANODE EENMAAL PER JAAR
Om het drukvat te beschermen wordt een anode binnen de tank geplaatst.
De anode zal, afhankelijk van de waterkwaliteit, roesten.
Wanneer de diameter ongeveer 8 mm is, moet de anode vervangen
worden.
Het is makkelijk de anode te controleren en te vervangen.
1. Schakel stroom uit.
2. Sluit
watertoevoerklep.
3. Open handmatig de veiligheidsklep en laat ongeveer 2 liter wegvloeien.
4. Schroef de anode los, controleer deze en als dat nodig is, vervangt u
deze.
AFVOER VAN WATER
1. Schakel stroom uit.
2. Sluit
watertoevoerklep.
3. Open veiigheidsklep door knop tegen de klok in te draaien, totdat deze
open blijft.
4. Open een warmwaterkraan om de invoer van lucht mogelijk te maken.
5. Na het afvoeren sluit u de klep en ga door met het tegen de klok
indraaien, totdat de klep vast klikt en gesloten is.
VOORZORGSMAATREGEL BIJ GEBRUIK
•
Wanneer men heet water gebruikt, moet dit gemengd worden met water.
Controleer de temperatuur van het hete water, voordat u dit gebruikt.
(Heet water kan tot verbranding leiden.)
Nadat u de installatie voltooid hebt, geeft u deze handleiding aan de klant.
WAARSCHUWING
Deze sectie is alleen voor gemachtigde en gelicentieerde elektriciens en installateurs van watersystemen.
Zorg ervoor alle stroomvoorzieningen uit te schakelen (voeding tankunit, voeding binnenunit en voeding verwarming, enz) voordat u de installatie
uitvoert.
1
. Installeer aanpasbare poten aan onderkant van tank (3 locaties) en pas vervolgens de hoogte aan, totdat de eenheid stabiel is.
2
. Zet de anodebalk in de sok.
3
. Installeer veiligheidsklep bij de invoer van de watervoorziening, installeer afvoer zoals goed is.
4
. Installeer driewegsklep bij uitvoerslang van binneneenheid, sluit aansluiting verhittingsslang aan tankpijp aan.
5
. Steek sensor in, totdat deze goed het einde van de sok raakt, draai de kap van de sok aan, zodat deze niet verplaatst kan worden.
(Zie onderste schema)
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig met de richting van aansluiting van de driewegsklep.
- "Default" conditie is bij verhittingskant
- "On" conditie is bij tankunit
6
. Sluit de kabel tussen verhitter en OLP aan. Deze bevindt zich binnen elektrische doos, zoals u ziet in de sectie onder.
(Bedrading bij Tankunit – (Elektrische doos) en bedrading bij binneneenheid)
WAARSCHUWING
Gebruik kap bandkabel (2,5 mm
2
) voor bedrading.
Voor de S*H-serie zijn 3 kabels nodig.
En voor andere modellen zijn er 5 kabels nodig.
Zet de kabels vast in de bevestigingen van de snoerbeschermer met kabelklemmen om te zorgen dat alles goed vast zit.
7
. Steek de kabels van driewegsklep in, sensor en verhitter van sluitring aan de onderkant van de interne eenheid.
Leid de bedrading binnen de interne eenheid en kijk daarbij naar de instructies voor installatie van de interne eenheid.
Houd tussenruimte voor onderhoudsdoeleinden (bovenkant: boven 300 mm/voorkant: boven 600 mm)