• Steek het sproeieropzetstuk
met een lichte druk tot de aan-
slag op de sproeier in het on-
derste deel van de verneve-
laar. De pijl op het sproeierop-
zetstuk moet daarbij naar bo-
ven wijzen.
• Plaats het bovenste deel van
de vernevelaar op het onder-
ste deel en sluit de verneve-
laar door het bovenste deel
naar rechts op het onderste
deel te draaien.
• Plaats het neusaanzetstuk op
het hoekstuk en vervolgens
beide op de vernevelaar.
• Steek het passende uiteinde
van een slang van onderen
aan de vernevelaar.
– 222 –