6.4 Aanwijzingen over de elektromagnetische
compatibiliteit
Voor medische elektrische apparaten zijn met het oog op de
elektromagnetische compatibiliteit (EMC) speciale voorzorgs-
maatregelen nodig. De apparaten mogen alleen volgens de
EMC-aanwijzingen worden geïnstalleerd en in gebruik worden
genomen.
Draagbare en mobiele hoogfrequente communicatieapparatuur
kan de werking van medische elektrische apparaten beïnvloe-
den. Het gebruik van ander toebehoren, andere omzetters en
kabels dan die welke zijn aangegeven, met uitzondering van
omzetters en kabels die de fabrikant van het medische elektri-
sche apparaat als reserveonderdelen voor interne componen-
ten verkoopt, kan tot een verhoogde emissie of een verminder-
de immuniteit van het apparaat leiden.
Het apparaat mag niet direct naast of gestapeld met andere
apparaten worden geplaatst. Wanneer het gebruik naast of ge-
stapeld met andere apparaten vereist is, moet het medische
elektrische apparaat worden geobserveerd om de correcte
werking ervan in de gebruikte plaatsing te garanderen.
Technische gegevens over de elektromagnetische compatibili-
teit (EMC-aanwijzingen) in tabelvorm zijn op aanvraag bij
PARI GmbH of op het internet via de volgende link te verkrijgen:
https://www.pari.com/fileadmin/Electromagnetic-compatibility-1.pdf
6.5 Omgevingsomstandigheden
Gebruik
Omgevingstemperatuur
+10 °C tot +30 °C
Relatieve luchtvochtigheid
30% tot 75% (niet
condenserend)
Atmosferische druk
700 hPa tot 1060 hPa
– 242 –