17
NL/BE
12. Verhelpen van storingen
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De compressor draait
niet.
1. Netspanning ontbreekt.
2. Netspanning te laag.
3. Buitentemperatuur te laag.
4. Motor oververhit.
1. Kabel, netstekker, zekering en stopcontact
controleren.
2. Te lange verlengkabel vermijden. Verlengkabel
met een voldoende aderdoorsnede gebruiken.
3. Niet onder +5° buitentemperatuur gebruiken.
4. Motor laten afkoelen, indien nodig, de oorzaak
van de oververhitting verhelpen.
Compressor draait,
maar bouwt geen druk
op.
1. Terugslagklep lek.
2. Dichtingen defect.
3. Afl aatplug voor condenswater (9) ondicht
1. Terugslagklep door een vakwerkplaats laten
vervangen.
2. Dichtingen controleren, defecte dichtingen door
een vakwerkplaats laten vervangen.
3. Plug met de hand aanhalen. Dichting op de plug
controleren, indien nodig, vervangen.
Compressor draait, druk
wordt op de manometer
aangeduid, maar de
gereedschappen
draaien niet.
1. Slangverbindingen ondicht.
2. Snelkoppeling ondicht.
3. Druk op de drukregelaar (3) te laag
afgesteld.
1. Persluchtslang en gereedschappen controleren,
indien nodig vervangen.
2. Snelkoppeling controleren, indien nodig
vervangen.
3. Drukregelaar verder opendraaien.