NL
BE
44
3) Veiligheid van personen:
a) Wees aandacht, let erop wat u
doet en ga met verstand aan het
werk met het elektrische gereed-
schap. Gebruik het elektrische
gereedschap niet wanneer u
moe bent of onder invloed van
drugs, alcohol of medicijnen
staat.
Eén moment van onoplettend-
heid bij het gebruik van het elektrische
gereedschap kan tot ernstige verwon-
dingen leiden.
b) Draag een persoonlijke bescher
-
mingsuitrusting en altijd een be
-
schermbril
. Het dragen van een per-
soonlijke beschermingsuitrusting, zoals
slipvrije veiligheidsschoenen, bescher
-
mende helm of gehoorbescherming,
verlaagt het risico op verwondingen.
c) Vermijd een onopzettelijke inge
-
bruikname. Vergewis u dat het
elektrische gereedschap uitge-
schakeld is voordat u ze op de
stroomvoorziening aansluit, op-
raapt of draagt.
Indien u bij het dragen van het elek
-
trische gereedschap uw vinger op
de schakelaar houdt of het apparaat
ingeschakeld op de stroomvoorziening
aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder het instellingsgereed
-
schap of schroefsleutels voordat
u het elektrische gereedschap in-
schakelt.
Gereedschap of een sleutel,
die zich in een draaiend apparaaton-
derdeel bevindt, kan tot verwondingen
leiden.
e) Vermijd een abnormale li
-
chaamshouding. Zorg voor een
veilige stand en houd te allen
tijde het evenwicht.
Daardoor kunt
u het elektrische gereedschap in onver-
wachte situaties beter controleren.
b) Vermijd lichamelijk contact met
geaarde oppervlakken zoals
van buizen, verwarmingsinstal-
laties, fornuizen en koelkasten.
Er bestaat een verhoogd risico door
een elektrische schok als uw lichaam
geaard is.
c) houd het elektrische gereed-
schap op een veilige afstand
van regen of nattigheid.
Het
binnendringen van water in elektrisch
gereedschap verhoogt het risico op
een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor
een verkeerd doeleinde om
het elektrische gereedschap te
dragen, op te hangen of om de
stekker uit het stopcontact te
trekken. houd de kabel op een
veilige afstand van hitte, olie,
scherpe kanten of bewegende
apparaatonderdelen.
Beschadig-
de of verstrikt geraakte kabels verho-
gen het risico op een elektrische schok.
e) Als u met het elektrische ge-
reedschap in de open lucht
werkt, gebruikt u enkel ver-
lengsnoeren, die ook voor bui-
ten geschikt zijn.
Het gebruik van
een voor buiten geschikt verlengsnoer
verlaagt het risico op een elektrische
schok.
f) Als de werking van het elektri-
sche gereedschap in een vochti-
ge omgeving niet te vermijden
is, maakt u gebruik van een
RCD (Residual Current Device)
met een uitschakelstroom van
30 mA of minder.
Het gebruik van
een aardlekschakelaar doet het risico
voor een elektrische schok afnemen.