106
NL
BE
een snij hoek van ongeveer 45°,
van bovenaf, die precies op de
onderste zaagsnede uitkomt.
Ga nooit voor een boom
staan die ingekerfd is.
4.
Valsnede (B)
Maak de valsnede aan de andere
zij de van de stam, terwij l u links
van de boomstam staat en met
trekkende ketting zaagt. De valsne-
de moet horizontaal 5 cm boven
de horizontale kerfsnede verlopen.
De valsnede moet zo diep zij n
dat de afstand tussen valsnede
en kerfl ij n minstens 1/10 van de
stamdiameter bedraagt. Het niet
doorgezaagde gedeelte van de
stam wordt bestempeld als schar-
nierstuk (valkerf). Het scharnierstuk
verhindert dat de boom draait en
in de verkeerde richting valt. Zaag
het scharnierstuk niet door.
5. Als de velsnede aan het scharnier-
stuk wordt benaderd, zou de boom
moeten beginnen te vallen. Als
blij kt dat de boom eventueel niet in
de gewenste richting valt of terug
neigt en de zaagketting klem komt
te zitten, onderbreekt u de vels-
nede en gebruikt u een wig van
hout, kunststof of aluminium om de
snede te openen en de boom om
te leggen in de gewenste vallij n.
6. Als de stamdiameter groter is dan
de lengte van het zwaard, maak
dan 2 snedes.
Wij raden onervaren gebrui-
kers veiligheidshalve af om
een boomstam te vellen waar-
van de diameter groter is dan
de lengte van het zwaard.
dat er geen nutsvoorzieningen worden
geraakt en er geen materiële schade
wordt veroorzaakt. Komt een boom met
een voedingskabel in aanraking, dan
moet het nutsbedrij f onmiddellij k op de
hoogte worden gebracht.
• Vuil, stenen, losse schors, nagels, klem-
men en draad moeten van de boom
worden verwij derd.
Vel geen boom als er een
sterke of draaiende wind is
of als er gevaar voor bescha-
diging van eigendom bestaat
of als de boom op leidingen
zou kunnen vallen.
Zet onmiddellij k na einde van de
werkzaamheden de oorbescher-
ming af zodat u waarschuwingssig-
nalen en geluiden kan horen
1.
Snoeien:
Verwij der takken die naar bene-
den hangen door even boven de
tak te beginnen. Snoei nooit ho-
ger dan op schouderhoogte.
2.
Vluchttraject:
Verwij der het kreupelhout rondom
de boom, zodat u zich eenvoudig
kunt terugtrekken. Het vluchttraject
(1) dient in ongeveer 45° te staan
op de geplande valrichting (2).
3.
Kerven zagen (A)
Maak een valkerf in de richting
waarin de boom moet vallen.
Begin met de onderste, horizon-
tale snede. De zaagdiepte moet
ongeveer 1/3 van de stamdia-
meter bedragen. Daardoor wordt
vermeden dat de zaagketting of
de geleidingsrail bij de tweede
inkeping ingeklemd raakt. Maak
nu een schuine zaagsnede met