27
NL
Veiligheidsinstructies / Vóór de ingebruikname
Ingebruikname
Q
Ingebruikname
Q
In- / uitschakelen en temperatuur instellen
Inschakelen en temperatuur instellen:
Steek de netsteker in een contactdoos en druk de AAN- / UIT-
Schakelaar
2
op “
I
”.
Draai aan de temperatuurregelaar
6
en stel de gewenste
temperatuur in.
Voorwaarde voor een optimale soldering is het gebruik van geschikte
soldeerdraden. Bovendien kunnen perfecte soldeerpunten alleen worden
bereikt met de correcte soldeertemperatuur. Bij een te lage soldeer-
temperatuur vloeit de soldeertin niet voldoende uit en veroorzaakt on-
nauwkeurige soldeerpunten (zog. koude soldeerpunten). Door te hoge
soldeertemperaturen verbrandt het soldeermiddel en de soldeertin vloeit
niet. Bovendien kunnen de te bewerken materialen onherstelbaar worden
beschadigd.
Onderstaand vindt u de temperatuurinstellingen voor de meest gangbare
toepassingen. Al naargelang de soldeertin / fabrikant zijn verschillen
mogelijk.
Stand min = kamertemperatuur
Stand 1 = ca. 100 °C – verwarmingsstand en temperatuur voor
soldeermiddelen met dienovereenkomstig lage smelttempe-
ratuur
Stand 2 = 200 °C - smeltpunt voor de meeste gangbare zachte
soldeermiddelen
Stand 3 = 300 °C normaalbedrijf, bijv. bij de toepassing van loodvrije
soldeertin
Summary of Contents for 90575
Page 3: ...1 6 A B 7 2 3 4 5...
Page 4: ......