61
NL/BE
Zaaggegevens boomzaag
Gewicht opzet boomzaag ............................................................ 1,78 kg
Lengte geleideblad ........................................................................345 mm
snijlengte .........................................................................................300 mm
Geleiderail type ...................................................................120SDEA218
Zaagkettingdeling ............................................................................... 3/8”
Type zaagketting ................................................................3/8LP.050-44E
Dikte aandrijfelementen ................................................................1,27 mm
Volume van de olietank ................................................................ 125 cm
3
Snijsnelheid boomzaag .................................................................. 20 m/s
Maximaal motortoerental met boomzaag n
max
....................... 9800 min
-1
Technische wijzigingen voorbehouden!
Geluid
Informatie over geluidsproductie conform ISO 22868; EN ISO
3744:1995:
Geluidsdrukniveau L
pA
............................................................ 102,3 dB(A)
Onzekerheid K
pA
.............................................................................. 1,8 dB
Geluidsvermogensniveau L
WA
................................................ 113,9 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau L
WA
...........................116 dB(A)
Onzekerheid K
WA
............................................................................. 1,8 dB
Draag gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
Trilling:
Trillingswaarde conform ISO 22867:
Gazontrimmer:
A
hv
= voor 4,15 m/s
2
; achter 7,26 m/s
2
Motorzeis:
A
hv
= voor 4,63 m/s
2
; achter 6,35 m/s
2
Heggenschaar:
A
hv
= voor 5,82 m/s
2
; achter 7,14 m/s
2
Boomzaag:
A
hv
= voor 4,89 m/s
2
; achter 6,24 m/s
2
meetonnauwkeurigheid
K
PA
= 1,5 m/s
2
Beperk de geluidsproductie en trillingen tot een minimum!
• Gebruik uitsluitend goed functionerende apparaten.
• Onderhoud en reinig het apparaat regelmatig.
• Pas uw werkwijze aan het apparaat aan.
• Zorg dat het apparaat niet overbelast raakt.
• Laat het apparaat eventueel controleren.
• Schakel het apparaat uit als deze niet in bedrijf is.
• Draag handschoenen.
Waarschuwing!
Bij langdurige werkzaamheden kan door trillingen in de handen van
de gebruiker storingen in de doorbloeding (witte vinger syndroom) ont-
staan.
Raynaud-syndroom (dove vingers) is een vaatziekte, waarbij kleine
bloedvaten in de vingers en tenen acuut verkrampen. De desbetreffende
lichaamsdelen worden dan niet meer voldoende van bloed voorzien
waardoor ze een bleke kleur krijgen. Het frequente gebruik van trillende
apparaten kan zenuwbeschadigingen veroorzaken bij personen met een
verminderde doorbloeding (bijv. rokers, diabetici).
Als u ongewone beperkingen bespeurt, stopt u direct de werkzaamhe-
den en raadpleegt u een arts.
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de risico’s te beperken:
• Houd uw lichaam en met name uw handen bij koud weer warm.
• Las regelmatig pauzes in en beweeg hierbij de handen om de door-
bloeding te bevorderen.
• Zorg voor zo min mogelijke trillingen van de machine door regelmatig
onderhoud en stevig bevestigde delen op het apparaat.
8. Voor de ingebruikname
• Open de verpakking en haal het apparaat er voorzichtig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de verpakkings- en trans-
portbeveiligingen (indien voorhanden).
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het apparaat en de hulpstukken op transportschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het verstrijken van de
garantietijd.
m
GEVAAR
Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn geen kin-
derspeelgoed! Kinderen mogen niet met plastic zakken,
folies en kleine onderdelen spelen! Er bestaat gevaar voor
inslikken en verstikkingsgevaar!
Controleer het apparaat voor elke ingebruikname op:
• Dichtheid van het brandstofsysteem.
• Perfecte staat en volledigheid van de veiligheidsvoorzieningen en de
snij-inrichting.
• Stevige bevestiging van de schroefverbindingen.
• Soepel lopen van alle bewegende delen.
Brandstof en olie
• Aanbevolen brandstoffen
-
Gebruiken uitsluitend een mengsel van loodvrije benzine en speci-
ale 2-taktmotorolie. Meng het brandstofmengsel volgens de brand-
stofmengtabel.
-
Gebruik hiervoor geen E10-brandstof.
Let op:
Gebruik geen brandstofmengsel dat meer dan 90 dagen lang opgesla-
gen is geweest.
Let op:
Gebruik geen 2-takt olie dat een mengverhouding van 100:1 adviseert.
Bij schade aan de motor op basis van onvoldoende smering vervalt de
garantie van de fabrikant.
Let op:
Gebruik alleen aangewezen en goedgekeurde tanks voor het transport
en de opslag van brandstof. Giet altijd de juiste hoeveelheid benzine en
2-takt-olie in de meegeleverde mengfles voor olie-benzine (36). Schud
vervolgens de tank goed door.
Gebruik nooit olie voor 4-takt-motoren of watergekoelde 2-takt-motoren.
Hierdoor kan de bougie verontreinigd raken, de uitlaat geblokkeerd ra-
ken of de zuigerveer verstopt raken. Brandstofmengsels die een maand
of langer niet zijn gebruikt, kunnen de carburateur verstoppen of de wer-
king van de motor beïnvloeden. Voer brandstof wat u niet nodig heeft,
in een luchtdichte tank en bewaar deze in een donkere, koele ruimte.
Brandstof-mengtabel
Mengmethode: 40 delen benzine op 1 deel olie
Voorbeeld:
1 l benzine: 0,025 l 2-takt-olie
5 l benzine: 0,125 l 2-takt-olie
Waarschuwing! Let op de uitlaatgassen.
Schakel de motor voor het tanken altijd uit.
Summary of Contents for PBK 4 B3
Page 5: ...12 13 35 14 b 16 17 18 900 00 20 450 19 62 63 15 60 61 7 push primer 7 times 19 2 16a 16 a...
Page 6: ...23 WIND CORD 26 25 16 65 66 67 68 c 67 27 12 69 21 6 70 22 72 71 73 28 74 17 24 65 67 75 29 26...
Page 106: ...100 3 2 5 3...
Page 107: ...101 2 3 5...
Page 108: ...102 5 3 2...
Page 109: ...103 2 3 5...
Page 110: ...104 5 3 2...
Page 111: ...105...
Page 114: ...108...
Page 115: ......
Page 136: ...18...
Page 138: ...20...
Page 139: ......