48 NL/BE
Stel het product niet bloot aan extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet voor lange tijd in de auto
liggen. Laat het product bij grote temperatuurschommelingen eerst
acclimatiseren alvorens het in bedrijf te nemen. Bij extreme tempe-
raturen of temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid van
het product beïnvloed worden.
Vermijd heftige schokken of het omvallen van het meetapparaat.
Door beschadigingen aan het meetapparaat kan de nauwkeurig-
heid worden beïnvloed. Vergelijk na een heftige schok of val de
laserlijn ter controle met een bekende horizontale of verticale refe-
rentie-lijn.
Schakel het meetapparaat uit als het wordt vervoerd. Bij het uit-
schakelen wordt het pendelmechanisme vastgezet daar dit bij
heftige bewegingen kan worden beschadigd.
Breng het meetapparaat niet in de buurt van pacemakers. Door
de magneet binnenin het meetapparaat wordt een magnetisch
veld opgewekt dat de functie van pacemakers kan beïnvloeden.
Houd het meetapparaat uit de buurt van magnetische dataopslag
en apparatuur die gevoelig is voor magnetische straling. De werking
van de magneet kan leiden tot het onomkeerbaar verlies van data.
Bescherm u tegen
laserstraling!
LASER
2
P
max
< 1 mW
λ = 620‒690 nm
EN 60825-1:2014
Kijk nooit direct in de laserstraal of in de opening van de laser-
straal
7
.
Het observeren van de laserstraal met
optische instrumenten (bijv. loep, vergrootglas e. d.) is schadelijk
voor de ogen.
VOORZICHTIG!
Als er andere dan de hier genoemde bedienings-
of afstelfuncties worden gebruikt of andere handelingen worden
uitgevoerd, kan dit tot gevaarlijke blootstelling aan straling leiden.
Richt de laserstraal nooit op reflecterende oppervlakken, personen
of dieren. Slechts een kort zichtcontact met de laserstraal kan al
leiden tot oogletsel.