51
NL/BE
gehouden, dan licht het led-controlelampje
2
rood op en de hori-
zontale en verticale laserlijnen worden uitgeschakeld.
Opmerking:
het werken zonder automatische nivellering wordt
altijd door het rode led-controlelampje
2
aangegeven.
Opmerking:
bij verstoringen of verplaatsingen tijdens het in
bedrijf zijn stelt het product automatisch de nivellering opnieuw in.
Controleer na een nieuwe nivellering de positie van de horizontale
of verticale laserlijn ten opzichte van referentiepunten om fouten te
voorkomen.
Enkele lijn en gekruiste lijnen gebruiken
Als het product zich in de automatische nivellering bevindt en de
onderkant van het meetapparaat minder dan 4 ° van waterpas af-
wijkt (groene led aan), drukt u voorzichtig op de H-knop
1
om de
horizontale lijn in- of uit te schakelen.
Druk respectievelijk op de V-knop
3
om de verticale lijn in- of uit
te schakelen.
De gekruiste lijnen kunnen bij dit product vastgezet
worden:
Als het product zich in de automatische nivellering bevindt en de
onderkant van het meetapparaat minder dan 4° van waterpas af-
wijkt (groene led aan), houdt u de H-knop
1
ingedrukt tot het led-
controlelampje
2
rood wordt. De automatische nivellering is nu
uitgeschakeld en de gekruiste lijnen zijn permanent ingeschakeld –
ook als de onderkant van het meetapparaat meer dan 4° van wa-
terpas afwijkt.
U kunt deze modus weer uitschakelen door de H-knop
1
in te
drukken en deze ingedrukt te houden tot het led-controlelampje
2
weer groen is. De automatische nivellering is weer ingeschakeld.
De gekruiste lijnen worden uitgeschakeld zodra de onderkant van het
meetapparaat meer dan 4° van waterpas afwijkt, het led-controlelampje
2
wordt dan weer rood.
Zonder automatische nivellering werken
Schuif de LOCK-schakelaar
4
in de positie .
Houd de H-knop
1
ingedrukt tot het rode led-controlelampje
2
gaat branden. Het product projecteert nu twee laserlijnen uit de
laseropening
7
die niet genivelleerd zijn. Het werken zonder