39
NL/BE
5. Het snoer vervangen
- Als het snoer wordt beschadigd, moet deze door de fa-
brikant of een elektricien worden vervangen om gevaar
te voorkomen. Gevaar door elektrische schokken.
6. Vullen van banden
- Controleer de bandenspanning direct na het vullen met
behulp van een geschikte manometer, bijvoorbeeld bij
een tankstation.
7. Mobiele wegcompressoren in de bouw
- Let op dat alle slangen en armaturen geschikt zijn voor
de hoogst toelaatbare werkdruk van de compressor.
8. Opstellingslocatie
- Plaats de compressor uitsluitend op een vlak oppervlak.
9. Het is aan te bevelen, om toevoerslangen bij een druk bo-
ven 7 bar van een veiligheidskabel te voorzien, bijv. een
staalkabel.
10. Vermijd zware belasting van het leidingsysteem door flexi-
bele slangaansluitingen te gebruiken en knikken te vermij-
den.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
Neem de overeenkomstige gebruikshandleidin-
gen van de betreffende persluchtgereedschappen
/ persluchtvoorzetapparatuur in acht!
De volgende
algemene aanwijzingen moeten eveneens in acht worden ge-
nomen.
Veiligheidsvoorschriften voor werkzaamheden
met perslucht en luchtpistolen
• Neem voldoende afstand tot het product, ten minste echter
2,50 m en houd de persluchtgereedschappen / perslucht-
voorzetapparatuur tijdens het gebruik uit de buurt van de
compressor.
• Compressorpomp en leidingen bereiken tijdens bedrijf hoge
temperaturen. Contact leidt tot brandwonden.
• De door de compressor aangezogen lucht moet vrijgehou-
den worden van toevoegingen die brand of explosies in de
compressorpomp kunnen veroorzaken.
• Houd bij het losmaken van de slangkoppeling het koppelstuk
van de slang met de hand vast. Zo voorkomt u letsel door de
terugspringende slang.
• Draag bij de werkzaamheden met het persluchtpistool een
veiligheidsbril en luchtwegmasker. Stoffen zijn schadelijk
voor de gezondheid! Door vreemde deeltjes en weggebla-
zen onderdelen kunnen verwondingen ontstaan.
• Met het luchtpistool niet richting personen blazen of kleding
op het lichaam wordt gedragen, reinigen. Gevaar voor letsel!
Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van spuit-
en sproeivoorzetapparaten (bijv. verf spuiten)
• Houd bij het vullen het sproeivoorzetapparaat uit de buurt
van de compressor, zodat er geen vloeistof in aanraking kan
komen met de compressor.
• Spuit met de sproeivoorzetapparaten (bijv. verf spuiten)
nooit in de richting van de compressor. Vocht kan leiden tot
elektrische gevaren!
• Verwerk geen lak of oplosmiddelen met een vlampunt lager
dan 55 °C. Explosiegevaar!
• Lak en oplosmiddelen niet verwarmen. Explosiegevaar!
• Als er vloeistoffen worden verwerkt die schadelijk zijn voor
de gezondheid, zijn er filterapparaten (gelaatsmaskers) no-
dig ter bescherming. Neem ook de specificaties in acht die
door de fabrikanten van dergelijke stoffen wordt verstrekt
met betrekking tot voorzorgsmaatregelen.
• De specificaties en aanduidingen van de verordening inza-
ke gevaarlijke stoffen die op de omverpakking van de ver-
werkte materialen zijn aangebracht, moeten in acht worden
genomen. Indien nodig moeten aanvullende voorzorgsmaat-
regelen worden getroffen, met name wat betreft het dragen
van geschikte kleding en maskers.
• Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag niet worden
gerookt. Explosiegevaar! Ook verfdampen zijn licht ontvlam-
baar.
• Vuur, open verlichting of vonkende machines mogen niet
aanwezig zijn resp. bediend worden.
• Bewaar of consumeer geen voedsel en dranken in de werk-
omgeving. Verfdampen zijn schadelijk voor de gezondheid.
• De werkruimte moet groter zijn dan 30 m³ en er moet wor-
den gezorgd voor voldoende luchtverversing tijdens het spui-
ten en drogen.
• Spuit niet tegen de wind in. Neem altijd de voorschriften van
de plaatselijke politie in acht bij het spuiten van brandbare
of gevaarlijke spuitmateriaal.
• Verwerk geen media zoals testbenzine, butylalcohol en me-
thyleenchloride in combinatie met de PVC-drukslang. Deze
media vernietigen de drukslang.
• De werkomgeving moet door de compressor zijn losgekop-
peld, zo dat deze niet direct met het werkbereik in aanraking
kan komen.
Gebruik van drukvaten
• Iedereen die een drukvat bedient, moet het conform de
voorschriften in goede staat houden, goed bedienen, con-
troleren, noodzakelijke onderhouds- en instandhoudings-
werkzaamheden onverwijld uitvoeren en de door de om-
standigheden vereiste veiligheidsmaatregelen treffen.
• De toezichthoudende autoriteit kan in individuele gevallen
nodige controlemaatregelen vereisen.
• Een drukvat mag niet worden gebruikt als het defecten ver-
toont die werknemers of derden in gevaar brengen.
• Controleer vóór elk gebruik het drukvat op roestvorming en
beschadigingen. De compressor mag niet gebruikt worden
als het drukvat beschadigd of roestig is. Neem contact op
met de klantendienst-werkplaats als u beschadigingen con-
stateert.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig.
Restrisico‘s
Volg de in de gebruikshandleiding voorgeschreven onder-
houds- en veiligheidsvoorschriften op.
Let altijd goed op tijdens het werk en zorg dat derden op een
veilige afstand van uw werkplek blijven.
Ook bij een juiste wijze van gebruik van het apparaat blijven
er altijd bepaalde restrisico‘s bestaan, die niet kunnen worden
uitgesloten. Uit het soort en de constructie van het apparaat
kunnen de volgende potentiële gevaren worden afgeleid:
Summary of Contents for PSKO 24 B2
Page 3: ...2 15 10 13 6 12 11 5 16 4 7a 7 14 3 5 5b 5a 1 1 7 6 5 8 2 3 4 14b 14a 14 13 12 9 10 11...
Page 4: ...6 4d 4 8 4a 4c 4d 7 9 9c 9a 9b 8 9 4a 4b 4c 4d 10 A...
Page 105: ......
Page 106: ......
Page 107: ......