46
NL/BE
Zorg ervoor dat er nooit vochtigheid of water bij de netaansluiting kan komen. Er bestaat gevaar
voor een elektrische schok.
AANWIJZING:
Zorg ervoor dat de stroomkabel onder het stopcontact een lus vormt om te
voorkomen dat water over de kabel het stopcontact binnendringt.
z
Ingebruikname
Controleer of de pomp
1
stevig staat en bevestig de pomp
1
op de ondergrond, voordat u deze
gebruikt. Dit kunt u doen op gladde ondergronden met zuignappen
3
aan de onderkant van de
pomp
1
.
Verbind, afhankelijk van het gebruiksdoel, de daarvoor voorziene slang met de pomp
1
.
Let op een dichte slangverbinding. Gebruik slangklemmen, indien vereist (niet inbegrepen).
Kies de bij uw slangdiameter passende aansluitadapter-straalkop in 13 mm
6
of in 16 mm
7
.
Zorg ervoor dat er in de slang geen luchtbellen zijn ingesloten. Deze zouden de prestaties negatief
beïnvloeden. Leg daarvoor de slang in stijgende richting, vermijd lussen.
Positioneer de pomp
1
volledig onder het wateroppervlak, idealiter ten minste 10 cm onder de
waterspiegel. Lijn de pomp
1
zo recht en horizontaal mogelijk uit.
Zet de pomp
1
niet direct op een modderige of zandgrond. Ideaal is een verhoogde positie zoals
op een steen.
Gebruik de pomp
1
nooit zonder het filterrooster
5
. Dit voorkomt het binnendringen van grof vuil,
dat de pomp
1
zou beschadigen.
Door het filterrooster
5
te draaien, kan het doorstroomvolume worden geregeld. Draaien met de
wijzers van de klok mee: minder doorstroming; draaien tegen de wijzers van de klok in: meer
doorstroming. (Zie afb. C)
Om optimale pompresultaten te verkrijgen, moet de pomp
1
op een vlak oppervlak staan.
Laat de pomp
1
uitsluitend volledig in water gedompeld werken.
Wanneer u de pomp
1
in een siervijver gebruikt, plaatst u de pomp
1
op een, indien mogelijk,
zandvrije locatie.
AANWIJZING:
Om het maximale doorstroomvolume te bereiken, is het vereist om de slang zo
kort mogelijk te houden. Ook moeten, indien mogelijk, geen knikken en/of grote hoogteverschillen
aanwezig zijn. Idealiter dienen slangen met de grootst mogelijke diameter te worden gebruikt om het
grootst mogelijke waterdebiet te bereiken.
z
Onderhoud en reiniging
De pomp
1
is in een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig design geproduceerd, waarbij het
contactloze pompwielmechanisme voor een lange bedrijfsduur zorgt. De pompwieleenheid
9
is
echter gevoelig voor verontreinigingen van de gebruiksomgeving en mag niet worden beschadigd.
VOORZICHTIG:
Om de pomp
1
te reinigen of te onderhouden, koppelt u deze steeds eerst los
van de stroomvoorziening door de stroomstekker
2
eruit te trekken. Er bestaat gevaar voor een
elektrische schok of letselgevaar door bewegende delen.
Houd de stroomstekker
2
altijd droog, voordat u de pomp
1
weer op het stopcontact aansluit.
Neem in geval van twijfel altijd contact op met een elektricien.
Verwijder de voorste afdekking
4
en de pompwieleenheid
9
om de pomp
1
te reinigen.
Gebruik voor het afnemen van de voorste afdekking
4
evt. een kleine sleufschroevendraaier als
hulpmiddel. De ronde afdekking van de pompwieleenheid
8
beschikt over een bajonetsluiting en
kan worden losgemaakt door deze tegen de wijzers van de klok in te draaien. De pompwieleenheid
9
wordt simpelweg naar voren eruit getrokken. Gebruik een kleine, zachte borstel of een waterstraal
Summary of Contents for PTPU 1500 A1
Page 3: ...B A C 2 1 4 8 3 5 9 4 5 7 6 D...
Page 4: ......