WIRELESS SYSTEMS
5
(*)
mod. MA155-T1, MA155-T2, MA155-T3, MA155-T4.
(*)
mod. MA155-T1, MA155-T2, MA155-T3, MA155-T4.
2. PREPARACIÓN DEL TRANSMISOR
Tras haber sacado el transmisor de la caja, abrir la tapa del alojamiento
de la batería [
4
] haciendo palanca con una moneda o un destornillador,
como mostrado en la figura 2.1, e introducir una batería de 9V tipo
PP3 respetando la polaridad correcta. Cerrar el alojamiento con la
tapa en plástico previamente quitada.
3. ENCENDIDO Y TEST DE LA BATERÍA
Para activar el transmisor colocar el interruptor de encendido [
2
] en
la posición intermedia. Al mismo tiempo comprobar que el piloto
luminoso [
3
] se encienda; esto significa que la batería está emplazada
correctamente y que está cargada; de lo contrario verificar que la
polaridad de conexión de la pila sea correcta o reemplazarla porque
quiere decir que está completamente agotada.
5. USO DEL TRANSMISOR
Tras haber encendido el transmisor radiomicrofónico comprobar que
el receptor correspondiente esté enganchado a la señal transmitida
(al respecto se remite a las instrucciones correspondientes al
receptor). Para habilitar la señal audio de la cápsula microfónica,
colocar el interruptor de encendido [
2
] en la posición
ON
; según las
necesidades ajustar el nivel sonoro mediante el mando del volumen
de entrada del mezclador o del amplificador al cual el sistema
radiomicrofónico está conectado. Para silenciar la cápsula microfónica
colocar el interruptor [
2
] en la posición intermedia. Cuando se termina
de usar el sistema radiomicrofónico, apagar siempre el transmisor
colocando el interruptor de encendido [
2
] en la posición
OFF
; de
esta manera se preserva la carga de la batería. Si no se prevé utilizar
el transmisor por un largo plazo, es buena norma retirar la batería de
su alojamiento a fin de evitar eventuales oxidaciones o fugas de
ácido de la propia batería.
6. SUGERENCIAS
A continuación damos unas sugerencias para poder utilizar, con plena
satisfacción, el sistema radiomicrofónico:
6.1
Mantener siempre bajo control la eficiencia de la batería alojada
en el transmisor.
6.2
Mantener siempre al nivel más bajo posible el squelch,
compatiblemente con las condiciones operativas (alcance útil,
obstáculos, carga de la batería del transmisor).
6.3
Efectuar una exploración con el transmisor en la zona que interesa
a fin de verificar que no haya "agujeros" de recepción;
eventualmente, buscar la mejor orientación de las antenas del
receptor y colocar el receptor en el mejor sitio para la recepción.
6.4
Durante la exploración indicada en el punto 6.3, verificar también
la eventual presencia de retroacción acústica (efecto Larsen).
Para eliminar este fenómeno se aconseja utilizar uno o varios de
los métodos siguientes:
orientar de manera distinta los difusores acústicos;
aumentar la distancia entre la zona de uso del transmisor y
los difusores más próximos;
reducir el nivel de volumen del equipo de difusión.
2. ZENDER VOORBEREIDEN
Open, nadat de zender is uitgepakt, de batterijruimte [
4
] met een
munt of schroevendraaier (figuur 2.1).
Doe hier een 9V batterij PP3 soort in (let op polariteit).
Plaats het deksel terug op de batterijruimte.
3. AAN ZETTEN EN BATTERIJTESTEN
Om de zender in werking te stellen, zet u de aan schakelaar [
2
] op
de tussenstand. Controleer tegelijkertijd of het controlelampje [
3
]
gaat branden ten teken dat de batterij goed op zijn plaats zit en dat
hij opgeladen is. Is dit niet het geval, controleer dan of de
batterijpolen op de goede plaats zitten of vervang de batterij die
niet meer in staat is een minimum aan energie te leveren.
5. ZENDERGEBRUIK
Controleer, nadat u de radiomicrofoonzender aangezet heeft, of de
bijbehorende ontvanger verbonden is met het zendsignaal (raadpleeg
hiervoor de gebruiksaanwijzing van de ontvanger).
Zet de schakelaar [
2
] op
ON
om het geluidssignaal van de
microfooncapsule te activeren en regel het geluidsniveau naar wens
via de ingangsbesturing van de mixer of versterker waarmee het
radiomicrofoonsysteem verbonden is.
Zet de schakelaar [
2
] op de tussenstand om de microfooncapsule uit
te schakelen. Zet de zender na gebruik van het radiomicrofoonsysteem
altijd uit door de aan/uit schakelaar [
2
] op
OFF
te zetten. Zo blijft
de batterij langer opgeladen. Indien de zender lange tijd niet gebruikt
wordt, is het beter de batterij te verwijderen ter voorkoming van
oxidatie optreedt en zwavelzuurlekkages van de batterij.
5. RAADGEVINGEN
Hier volgen enkele raadgevingen voor een optimaal gebruik van het
radiomicrofoonsysteem:
6.1
Houd de goede werking van de in de zender geplaatste batterij
altijd onder controle.
6.2
Houd het Squelch-niveau altijd zo laag als de
bedrijfsomstandigheden toestaan (ontvangstgebied, obstakels,
laag niveau van batterij van de zender).
6.3
Verken de betrokken zone met de zender om na te gaan of er
geen gaten zijn in de ontvangst. Probeer de ontvangerantennes
zo goed mogelijk te oriënteren en zet de ontvanger op een voor
de ontvangst zo gunstig mogelijke plaats.
6.4
Ga tijdens de controle genoemd bij punt 6.3 ook na of er eventueel
akoestische terugslag (Larseneffect) plaatsvindt. Om dit
verschijnsel te verwijderen, wordt aangeraden één of meer van
de volgende werkwijzen te volgen:
oriënteer de geluidsverspreiders anders;
vergroot de afstand tussen de zendergebruikszone en de
dichtstbijzijnde verspreiders;
verlaag het volumeniveau van de verspreidingsinstallatie.
4. TONO PILOTO (*)
El sistema de micrófono inalámbrico basa su funcionamiento en la
detección e identificación de una señal particular, denominada "tono
piloto", enviada por el transmisor con la frecuencia portadora.
El circuito de silenciado, por lo tanto, activa el receptor sólo si el nivel
de señal recibido por ambas antenas sobrepasa el nivel de umbral
configurado y sólo si es detectado el tono piloto. De esta manera se
evita que al equipo de
difusión lleguen ruidos de fondo generados por señales indeseadas
captadas por la antena.
4. STUURTOON
(*)
De werking van het radiomicrofoonsysteem is gebaseerd op de
detectie en identificatie van een bepaald signaal, "stuurtoon"
genoemd, dat door de zender wordt verzonden met de
draagfrequentie. Het muting-circuit activeert de ontvanger dan ook
alleen wanneer het niveau van het van beide antennes ontvangen
signaal hoger is dan de ingestelde drempelwaarde, en alleen indien
de stuurtoon wordt gedetecteerd.
Op deze manier wordt voorkomen dat geruis en achtergrondlawaai,
veroorzaakt door ongewenste door de antenne opgevangen signalen,
het luidsprekersysteem bereiken.
11-552.p65
17/01/02, 14.41
5
All manuals and user guides at all-guides.com