NL
- 52 -
Wij bevelen het gebruik van een kabel in een
signaalkleur (rood of geel) aan. Daardoor vermin-
dert u het risico dat de kabel per ongeluk door de
kettingzaag wordt beschadigd.
6.2 In-/uitschakelen
Inschakelen
•
Kettingzaag met beide handen aan de hand-
grepen vasthouden (duim onder de hand-
greep) zoals getoond in fig. 13.
•
Beveiliging tegen onbedoeld inschakelen (fig.
1, pos. 5) blijven indrukken.
•
Kettingzaag inschakelen door op de AAN/
UIT-schakelaar te drukken. U kan dan de in-
schakelbeveiliging terug loslaten.
Uitschakelen
AAN/UIT-schakelaar (
fi
g. 1, pos. 6) loslaten.
De geïntegreerde rem brengt de omlopende
zaagketting in de kortst mogelijke tijd tot stilstand.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
als u het werk onderbreekt.
Waarschuwing!
Draag de zaag enkel aan de
voorste handgreep! Als u de aangesloten zaag
enkel aan de achterste handgreep waarop de
schakelelementen zich bevinden draagt, kan
het gebeuren dat u per ongeluk tegelijkertijd de
inschakelbeveiliging én de AAN/UIT-schakelaar
bedient en de kettingzaag aanloopt.
6.3 Veiligheidsvoorzieningen motorrem
De motor remt de zaagketting af zodra u de
AAN/UIT-schakelaar (
fi
g. 1, pos. 6) loslaat of de
stroomtoevoer onderbreekt. Daardoor wordt het
gevaar voor lichamelijk letsel door een ketting die
uitloopt aanzienlijk verminderd.
Kettingrem
De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat
via de voorste handbeschermer (
fi
g. 1, pos. 2) in
werking wordt gezet. Als de kettingzaag door een
terugstoot terugschiet, reageert de kettingrem en
wordt de zaagketting in minder dan 0,1 seconden
gestopt. Controleer regelmatig de functie van de
kettingrem. Klap daarvoor de handbeschermer
(
fi
g. 1, pos. 2) naar voren en schakel de ketting-
zaag kort in. De zaagketting mag niet starten!
Trek de voorste handbeschermer (
fi
g. 1, pos.
2) terug tot hij vastklikt om de kettingrem los te
zetten.
Gevaar!
Gebruik de zaag niet als de veiligheid-
sinrichtingen niet naar behoren werken. Probeer
geen beschermende voorzieningen die belangrijk
zijn voor de veiligheid zelf te herstellen, maar
wendt u zich tot onze service of tot een overeen-
komstig gekwali
fi
ceerde werkplaats.
Handbeschermer
De voorste handbeschermer (gelijktijdig ket-
tingrem) (
fi
g. 1, pos. 2) en de achterste handbe-
schermer (
fi
g. 2, pos. 14) beschermen uw vingers
tegen letsel door contact met de zaagketting
indien die door overbelasting breekt.
7. Werken met de kettingzaag
7.1 Voorbereiding
Controleer voor elk gebruik volgende punten om
veilig te kunnen werken:
Toestand van de kettingzaag
Ga voor werkbegin na of de behuizing, de
netkabel, de zaagketting of het zwaard van de
kettingzaag beschadigd zijn. Neem nooit een ge-
reedschap in gebruik dat blijkbaar beschadigd is.
Olietank
Oliepeil van de tank. Controleer ook tijdens het
werk of er steeds voldoende olie voorhanden is.
Werk nooit met de zaag als er geen olie voorhan-
den is of als het oliepeil onder het minimummerk
is gezakt (
fi
g. 10, pos. B) om een beschadiging
van de kettingzaag te vermijden.
Een vulling volstaat gemiddeld voor 15 minuten
naargelang de ingelaste pauzen en de belasting.
Zaagketting
Spanning van de zaagketting, toestand van de
snijkanten. Hoe scherper de zaagketting is des te
gemakkelijker kan u de kettingzaag bedienen en
onder controle houden. Hetzelfde geldt voor de
kettingspanning. Controleer ook tijdens het werk
om de 10 minuten de kettingspanning om uw vei-
ligheid te verhogen! Vooral nieuwe zaagkettingen
neigen tot verhoogd uitzetten.
Kettingrem
Controleer de functie van de kettingrem zoals be-
schreven in hoofdstuk “veiligheidsvoorzieningen”
en zet haar in werking.
Anl_PE_EKS_1835_SPK7.indb 52
Anl_PE_EKS_1835_SPK7.indb 52
15.10.14 16:18
15.10.14 16:18