NL
48
NL
49
f)
Gebruik het elektrisch gereed-
schap en accessoires in over-
eenstemming met deze instruc-
ties, en houd rekening met de
werkomstandigheden en het uit
te voeren werk.
Het gebruik van
elektrisch gereedschap voor andere
doeleinden dan waarvoor bedoeld
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5 SERVICE
a)
Laat uw elektrisch gereedschap
onderhouden door een gekwali-
ficeerde persoon die uitsluitend
gebruik maakt van originrele re-
servedelen.
Hierdoor is de veilig-
heid van uw elektrisch gereedschap
gewaarborgd.
MACHINESPECIFIEKE VEILIGHEIDS-
WAARSCHUWINGEN VOOR KABEL-
TAKELS
•
WAARSCHUWING: TIL GEEN
PERSONEN OF DIEREN OP.
HEF GEEN LASTEN BOVEN MEN-
SEN. STA OF LOOP NIET ONDER
ZWEVENDE LASTEN.
Waarschuw
mensen om het werkgebied niet te
betreden.
• Overbelast de takel NIET. Raadpleeg
de gegevensplaat (niet de haak!) om
de maximale nominale belasting te
controleren.
• GEBRUIK NIET 2 of meer machines
om hetzelfde object te laden.
• Inspecteer de takel voor elk gebruik
op tekenen van losse, defecte of
verkeerd werkende onderdelen en
andere zaken die van invloed op de
veilige werking kunnen zijn. Bescha-
digde of versleten onderdelen moe-
ten onmiddellijk worden vervangen
door een gekwalificeerde persoon.
- Inspecteer staalkabel op deukjes,
groeven en elke vorm van vervor-
ming of beschadiging.
- Inspecteer de eindbeugels op flexibi-
liteit.
- Inspecteer de haken op deukjes,
groeven, vervorming van de klem-
opening, slijtage aan het zadel of het
lastpunt en verdraaiing.
- Inspecteer of de haaksluitingen goed
werken en of ze beschadigd zijn
waardoor ze niet goed werken.
• Gebruik de takel NIET als er slijtage,
schade of defecten zijn.
• Probeer de staalkabel NIET te ver-
lengen en een beschadigde staalka-
bel niet te repareren. Als de staal-
kabel is beschadigd, moet deze
onmiddellijk worden vervangen door
een gekwalificeerde persoon. De
nieuwe staalkabel moet identieke
specificaties hebben m.b.t. formaat,
afmetingen, lassen en harding.
• De takel moet regelmatig voor ge-
bruik worden gesmeerd.
• Til alleen lasten waarvan het ge-
wicht lager of gelijk is aan de nomi-
nale capaciteit van de kettingtakel.
• Til GEEN lasten met minder dan 10%
van de nominale capaciteit van de
takel.
• Gebruik de takel NIET buiten de li-
mieten van het bereik van de staal-
kabel.
• Gebruik de staalkabel NIET als een
lus om rond de last te wikkelen.
• Belast de takel NIET aan de zijkant.
Trek altijd in een rechte verticale lijn
van haak tot haak in de richting van
de belasting.
• Takels zijn ontworpen voor het verti-
caal tillen van lasten en mogen niet
worden gebruikt voor horizontaal of
schuin takelen.
• Zorg ervoor dat er geen draaiingen of
lussen in de staalkabel zitten en zorg
ervoor dat de ketting vrij en zonder
obstakels kan bewegen.
• Voorkom puntbelasting van de haak
omdat dit onnodige spanning zal uit-
oefenen op de haak, resulterend in
defecten aan de haak.
• Gebruik de takel NIET als er een haak-
sluiting ontbreekt of niet goed werkt.
• Garandeer voorafgaand aan het hef-
fen dat de haaklussen of andere toe-
gestane bevestigingen van het juiste
formaat zijn en goed zijn geplaatst
en bevestigd in het haakzadel. Til
de belasting op totdat de staalkabel
strak staat en controleer de bevesti-
ging nogmaals alvorens de last op te
heffen.
• Laat de staalkabel NIET over een
scherpe hoek of rand lopen.
• Verplaats de last NIET zodanig dat
het personeel in gevaar komt.
• Gebruik de takel NIET zodanig dat
er de takel wordt blootgesteld aan
schokken of stoten.
• Zorg ervoor dat een zwevende last
nooit op en neer beweegt.
• Laat de takel NIET gedurende lange-
re periodes of zonder toezicht onder
last.
• Gebruik de takel NIET meer als er
excessief geluid hoorbaar is, wan-
neer de ketting doorslaat, vastloopt
of overbelast is. Oefen geen kracht
op de takel uit; de takel is ontworpen
voor de nominale capaciteit bij een
redelijke kracht.
• Zorg ervoor dat de afstandsbedie-
ning tussen de 80 mm en 150 mm
boven de grond wordt geïnstalleerd.
• Trek de eindstop van de staalkabel
NIET in de takel; dit kan tot bescha-
diging leiden.
• Probeer nooit een vast of vastgelo-
pen object op te heffen.
• Extreme temperaturen zijn van na-
delige invloed op de robuustheid van
de takel. Lasten moet zeer langzaam
en voorzichtig naar boven en naar
beneden worden gebracht.
• Takel GEEN hete gesmolten mas-
sa’s.
• Houd lichaamsdelen weg van de
draaiende delen van de lier.
• Gebruik de eindbeugels NIET als
aan/uit-schakelaar.
• Laat de lading NIET lang in de lucht
hangen om vervorming van de on-
derdelen te voorkomen.
• Wijzig GEEN onderdelen van de ka-
beltakel en demonteer de kabeltakel
niet.
• Neem de kabeltakel in grondig on-
derhoud na 20 uur operationele tijd,
maar ten minste eenmaal per jaar.
• Gebruik de kabeltakel niet meer dan
100 uur operationele tijd, opgetelde
werkbelasting.
• Druk meteen op de noodstop-scha-
kelaar om de motor te stoppen bij
een gevaarlijke situatie.
• Controleer de stroomkabel, het ap-
paraat en de verlengkabel op schade
voor het apparaat te gebruiken. Ge-
bruik een beschadigd apparaat niet,
haal onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
• Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerde
elektriciens met behulp van originele
vervangende onderdelen; anders
kan er ernstig letsel ontstaan.