NL
- 86 -
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschap-
pen
Het in de veiligheidsinstructies gebruikte begrip “elektrisch materieel”
heeft betrekking op elektrische gereedschappen die op elektrische
stroom (met netkabel) en op accu (zonder netkabel) draaien.
1. Werkplaatsveiligheid
a)
Hou uw werkplaats schoon en goed verlicht.
Wanorde of niet
verlichte werkplaatsen kunnen ongelukken veroorzaken.
b)
Werk met het elektrische gereedschap niet in explosieve
omgeving waarin brandbare vloeisto
ff
en, gassen of sto
ff
en
aanwezig zijn.
Elektrisch gereedschap verwekt vonken die het
stof of de dampen kunnen doen ontbranden.
c)
Hou kinderen en andere personen tijdens het gebruik van
het elektrische gereedschap weg.
Bij a
fl
eiding zou u de contro-
le over het gereedschap kunnen verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a)
De aansluitstekker van het elektrische gereedschap moet in
het stopcontact passen. De stekker mag geenszins worden
veranderd. Gebruik geen adapterstekkers samen met van
randaarding voorziene elektrische gereedschappen.
Onve-
randerde stekkers en passende contactdozen verminderen het
risico van een elektrische schok.
b)
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken, zo-
als van buizen, verwarmingstoestellen, fornuizen en koel-
kasten.
Er bestaat verhoogd risico door elektrische schok als uw
lichaam geaard is.
c)
Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of nattig-
heid.
Door binnendringen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
Anl_PE_AGS_3_6_Li_SPK7.indb 86
Anl_PE_AGS_3_6_Li_SPK7.indb 86
21.08.15 10:22
21.08.15 10:22