NL
- 111 -
7.
Accu’s niet overladen!
Neem de maximale laadtijden in acht. Deze laadtijden gelden al-
leen voor ontladen accu’s. Herhaaldelijk insteken van een geladen
of gedeeltelijk geladen accu heeft overlading en beschadiging
van de cellen tot gevolg. Accu’s niet meerdere dagen in het laadt-
oestel laten zitten.
8.
Gebruik en laad nooit accu’s waarvan u vermoedt dat de
laatste oplading van de accu langer dan 12 maanden gele-
den is.
De accu is dan hoogstwaarschijnlijk reeds beschadigd
(diepe ontlading).
9. Laden bij een temperatuur van onder 10° C leidt tot chemische
beschadiging van de cel en kan brand veroorzaken.
10. Gebruik geen accu’s die tijdens het laden warm zijn geworden
omdat de accucellen gevaarlijk zouden beschadigd kunnen zijn.
11. Gebruik geen accu’s meer die tijdens het laden opgezwollen of
van vorm veranderd zijn of die ongewone symptomen vertonen
(uitgassen, sissen, kraken enz.)
12. Ontlaad de accu niet helemaal (aanbevolen ontlaaddiepte max.
80%). Volledige ontlading leidt tot vroegtijdige veroudering van de
accucellen.
13. Batterijen nooit onbeheerd laden!
Bescherming tegen milieu-invloeden
1. Draag de gepaste werkkledij. Draag een veiligheidsbril.
2.
Bescherm uw accu toestel en de lader tegen vocht en regen.
Vocht en regen kunnen leiden tot gevaarlijke beschadigingen van
de cellen.
3. Het accutoestel en de lader niet gebruiken in de buurt van dam-
pen of brandbare vloeisto
ff
en.
4. Lader en accutoestellen enkel in droge toestand en bij een omge-
vingstemperatuur van 10 tot 40° C gebruiken.
5. Bewaar de accu niet op plaatsen waar een temperatuur van meer
40° C kan worden bereikt, vooral niet in een auto die geparkeerd
staat in de felle zon.
Anl_PE_ART_18_Li_SPK7.indb 111
Anl_PE_ART_18_Li_SPK7.indb 111
19.09.2016 09:38:23
19.09.2016 09:38:23