NL
- 33 -
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Bovenste gedeelte van de behuizing (
fi
g. 3a, pos.
A) en onderste gedeelte van de behuizing (
fi
g.
3a, pos. B) in elkaar steken en aan weerskanten
telkens bevestigen m.b.v. een schroef (
fi
g. 3b, pos.
10).
Geleidewiel (
fi
g. 4, pos. 4) de geleiding binnen in
de behuizing (
fi
g. 4, pos. A) in steken. Daarbij erop
letten dat het wiel hoorbaar vastklikt.
Beschermkap (
fi
g. 5, pos. 3) opsteken zoals ge-
toond in
fi
g. 5 en bevestigen d.m.v. 2 schroeven
(
fi
g. 5, pos. 10).
Borstel (
fi
g. 6a, pos. A) de aandrijfas (
fi
g. 6a, pos.
B) op steken. Daarbij erop letten dat de borstel
exact in de opname past (
fi
g. 6a, pos. C). Voor
het bevestigen van de borstel moet de as worden
ge
fi
xeerd. Te dien einde de bout (
fi
g. 2, pos. 13)
de uitsparingen van de as in steken (
fi
g. 6b) en
met één hand vasthouden. Met de platte open
sleutel (
fi
g. 2, pos. 12) de moer (
fi
g. 6b, pos. 11)
aanhalen.
Let op! De bout daarna terug uit de as verwi-
jderen.
Voor de demontage bij het verwisselen van bors-
tel in omgekeerde volgorde te werk gaan.
6. Bediening
Het toestel kan worden aangesloten op elk stop-
contact (230 V wisselspanning) dat door een
zekering van minstens 10A beveiligd is. Het stop-
contact dient door een aardlekschakelaar (FI) te
worden beveiligd. De afschakelstroom mag max.
30mA bedragen.
•
De stekker van het toestel de koppeling van
de aansluitkabel (verlengkabel) in steken.
•
De aansluitkabel van het toestel (fig. 7, pos.
A) beveiligen zoals afgebeeld d.m.v. de op het
toestel aanwezige kabeltrekontlastingsklem
(fig. 7, pos. 1).
•
Om het toestel in te schakelen beveiliging
tegen inschakelen (fig. 7, pos. 6) blijven in-
drukken, dan op de AAN/UIT-schakelaar (fig.
7, pos. 2) drukken en blijven indrukken.
•
Voor het uitschakelen de AAN/UIT-schakelaar
(fig. 7, pos. 2) loslaten.
Bij de leveringsomvang is een stalen borstel (
fi
g.
2, pos. 8) en een nylonborstel (
fi
g. 2, pos. 9) be-
grepen.
Voor ongevoelige oppervlakken en hardnekkige
begroeiing neemt u best de draadborstel. Voor
lichte onkruidbegroeiing of oppervlakken die te
gevoelig zijn voor de stalen borstel dient men de
nylonborstel te gebruiken.
Let op! Laat het toestel vóór gebruik altijd
proefdraaien om eventuele uitwerkingen op
de oppervlakken van het plaveisel of de pla-
ten te controleren. Gebruik het toestel niet op
gevoelige oppervlakken zoals b.v. tegels.
Let op! Gebruik enkel borstels die in een per-
fecte staat verkeren! Vervang afgesleten of
beschadigde borstels meteen.
Het toestel steeds met beide handen geleiden.
Het toestel stapvoets langs de voeg geleiden.
Voor gelijkmatige resultaten op constante snel-
heid letten. Indien nodig, de voeg herhaaldelijk
bewerken.
Anl_PE_EFR_1410_SPK7.indb 33
Anl_PE_EFR_1410_SPK7.indb 33
24.11.2017 06:43:15
24.11.2017 06:43:15