NL
52
NL
53
p)
Maak het spuitpistool nooit open om re-
paraties aan het elektrische systeem te
verrichten.
q)
Leg het spuitpistool niet op de grond.
RESTRISICO’S
Zelfs als u dit product in overeenstemming
met alle veiligheidsvereisten gebruikt,
blijft er potentieel gevaar voor letsel en
schade bestaan. De volgende gevaren
kunnen ontstaan in verband met de struc-
tuur en het ontwerp van dit product:
a) Gevaar voor letsel en materiële schade
door rondvliegende voorwerpen
b) Gehoorschade als er geen efficiënte ge-
hoorbescherming niet wordt gedragen
c) Gezondheidsklachten die voortvloeien uit
trillingsemissie als het apparaat langere tijd
wordt gebruikt of niet adequaat wordt be-
heerd of goed wordt onderhouden.
Let op!
Dit product wekt een electromagne-
tisch veld op tijdens de werking! Dit veld kan
onder bepaalde omstandigheden actieve of
passieve medische implantaten storen! Om
het risico op ernstig of dodelijk letsel te be-
perken, raden wij personen met medische im-
plantaten aan hun arts en de fabrikant van het
medische implantaat te raadplegen vooraleer
dit product in gebruik te nemen.
MACHINESPECIFIEKE VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN VOOR SPUITPISTOLEN
a)
Draag gehoorbescherrming bij gebruik
van het spuitpistool.
Blootstelling aan la-
waai kan leiden tot gehoorverlies.
b)
Spuit alleen coating-materialen (verf,
vernis, glazuur etc.) met een vlampunt
van 55 °C en hoger zonder aanvullende
waarschuwing
. Gevaarklassen A II en A III
(Duitste classificatie van coating-materiaal,
zie materiaalverpakking).
c)
Zorg ervoor dat het spuitpistool niet
wordt gebruikt op werkplekken waar-
voor regelgeving inzake explosiebe-
scherming geldt.
d)
Uit de buurt houden van ontstekings-
bronnen zoals open vuur, brandende
sigaretten, sigaren of pijpen, vonken,
gloeiende draden en hete oppervlakken
bij het spuiten.
e)
Spuit geen materialen waarvan het ge-
vaarpotentieel onbekend is.
f)
Zorg ervoor dat het spuitpistool is los-
gekoppeld voor het uitvoeren van on-
derhoud of reiniging.
g)
Gebruik het spuitpistool niet om brand-
bare materialen te spuiten.
h)
Reinig het spuitpistool niet met ont-
vlambare oplosmiddelen (vlampunt on-
der 55 °C).
i)
Houd rekening met het gevaar dat ge-
spoten materiaal kan opleveren.
Neem
de informatie en specificaties van de ma-
terialen in acht.
j)
Draag een ademmasker en oogbescher-
ming tijdens het spuiten.
k)
Richt het spuitpistool nooit op uzelf, an-
dere mensen of dieren.
l)
Zorg ervoor dat er geen dampen van op-
losmiddelen in het spuitpistool worden
gezogen.
m)
Zorg voor adequate ventilatie bij werken
binnenshuis.
n)
Let op de wind bij werken buitenshuis,
deze kan het spuitmateriaal over grote-
re afstanden dragen en schade veroor-
zaken.
o)
Laat kinderen niet met het spuitpistool
omgaan.
Spuitmaterialen
Geschikte materialen:
water- en oplosmid-
delgebaseerde verf, lak, primers, 2-compo-
nenten verf, transparante lak, autolak, vlek-
verzegelaar en houtverzegelaar.
Ongeschikte materialen:
muurverf (emulsie-
verd), alkali en zure verf. Materialen met een
vlampunt onder 55 °C.
De viscositeit meten
Dompel de viscositeit-testkom geheel onder in
het spuitmateriaal. Houd de testkom omhoog
en meet de tijd (in seconden) totdat alle vloeistof
eruit is. Zoek de gemeten “leeglooptijd” op in de
viscositeitstabel.
Viscositeitstabel
Thinner-oplosbare lakken / primers
20-35 sec.
Water-oplosbare lakken / primers
20-50 sec.
Spuitverf voor auto´s
18-22 sec.
Houtbeschermingsmiddelen
onverdund
Desinfectiemiddelen
onverdund
Plantbeschermingsmiddelen
onverdund
Poetsmiddel
onverdund
Afbijtmiddelen
onverdund
Olie
onverdund
Vernis
onverdund
Beits
onverdund
Hamereffect-email
25-35 sec.
Aluminiumverf
20-30 sec.
De verf moet meestal worden aangelengd voor
gebruik met het spuitpistool. U vindt richtlijnen
voor spuitbare verdunningen in de volgende
viscositeitstabel (viscositeit = consistentie van
de verf). U kunt de correcte verdunning bepa-
len met behulp van de viscositeit-testkom.