9
NEDERLANDS
OVERWINTEREN
Het water moet uit de filter, de pomp en de leidingen
worden verwijderd om deze te beschermen tegen vorst.
Draai hiervoor het aflaatkraantje (5) los en plaats het
ventiel in de stand “Spoelen van de filter”.
Berg de pomp in een droge en warme kamer op. Wikkel
de motor niet in plastic omdat er dan binnenin condensa-
tie kan ontstaan.
In installaties waar de pomp niet geledigd kan worden,
beschermt een mengsel van 40% propyleenglycol en 60%
water de pomp tot temperaturen van -46°C. Gebruik uit
-
sluitend propyleenglycol. Andere antivriesmiddelen zijn
uiterst giftig en beschadigen de pomp.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Het aansluiten van de elektrische motor moet gebeuren
door een erkend installateur en volgens de in voege
zijnde installatievoorschriften van uw lokale elektricit-
eitsmaatschappij.
BIJ DE INGEBRUIKNAME VAN DE POMPEN MOET
BIJ DE INSTALLATIE EEN MOTORBEVEILIGING
VOORZIEN WORDEN, DIE AFGESTEMD IS OP DE
NOMINALE STROOM VAN DE MOTOR.
Enkelfasig
5ABGA-1
P1: 0.3kW
P: 0.18kW
30V - 1.4 A
5ABGB-1
P1: 0.40kW
P: 0.5kW
30V - .0 A
5ABGC-1
P1: 0.59kW
P: 0.37kW
30V - .55 A
5ABGD-1
P1: 0.90kW
P: 0.55kW
30V - 4. A
De voedingsspanning moet voor ± 5% overeenkomen
met deze die vermeld staat op de kenplaat van de motor.
Bij enkelfasige motoren dient de aansluiting te gebeuren
op de twee aangeduide klemmen in de aansluitdoos.
LET EROP DAT DE KABELS OF DRADEN NIET
ONDER SPANNING STAAN BIJ DE AANSLUITING
VAN DE KABELS OF DRADEN AAN DE POMP.
Iedere motor moet een permanente aarding hebben.
Een aardingsveiligheids-of verliesstroomschakelaar met
een gevoeligheid van 30 mA is verplicht bij de installatie
van de pomp. De stroomsterkte van de zekeringen en de
dikte van de aansluitkabels (minimum
H05RN-F) dienen gekozen te worden in funktie van het
motorvermogen
NOTA:
AANSLUITINGEN DIE AFWIJKEN VAN DE BOVEN-
VERMELDE VOORZORGSMAATREGELEN HEB
-
BEN HET VERVALLEN VAN DE GARANTIE TOT
GEVOLG.
VERVANGEN VAN HET ZAND
Draai hiervoor het aflaatkraantje (5) los om het water
uit de filter te laten. Schep het zand er uit of gebruik het
Sandvak vacuüm apparaat.
Het zand in de filter moet elke 5 jaar vervangen worden.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Pomp zuigt niet aan
1.
Geen water in de voorfilter
2.
Voorfilter is niet dicht
3.
O-ring van het deksel is beschadigd
4.
Waterpeil staat onder skimmer
5.
Verstopte voorfilter of skimmer
6.
Gesloten klep in leidingwerk
7.
Luchtlek in aanzuigleiding
Motor draait niet
1.
Spanning is uitgeschakeld
.
Pomp is uitgeschakeld door tijdschakelaar
3.
De elektrische verbindingen naar de motor toe
zijn niet in orde
4.
De motoras zit klem door een defecte kogellager
5.
Vuil blokkeert het schoepenrad
Laag debiet - hoge filterdruk
1.
Vuile filter
.
Vernauwing in de persleiding
Laag debiet - lage filterdruk
1.
Verstopte voorfilter of skimmer
.
Verstopt schoepenrad
3.
Luchtlek in de aanzuigleiding
4.
Vernauwing in aanzuigleiding
Pomp maakt ongewone geluiden
1.
Luchtlek in aanzuigleiding
.
Vreemde voorwerpen in het pomphuis
3.
Cavitatie
WAARBORG
Pentair Water is niet verantwoordelijk voor trans-
portschade. In geval van schade onmiddellijk het trans-
portbedrijf verwittigen.
Waarborgperiode:
1 jaar vanaf de produktiedatum.
PROBLEMEN OPLOSSEN