De maximale dompeldiepte en het toelaatbare aantal starts/uur worden aangegeven in de onderstaande tabel:
Serie
Maximale dompeldiepte (m) / aantal starts/
uur
DP / DPV / DX / DG / DH / DB
5 / 30
DV / DM / DC / DTR
20 / 20 max. 4 kW
20 / 10 van 5.5 tot 7.5 kW
4 Oneigenlijk en redelijkerwijs te verwachten gebruik
•
Het is ten strengste verboden om het apparaat te gebruiken voor andere toepassingen dan beschreven in paragraaf “Be-
oogde toepassing” en voor het verpompen van vloeistoffen:
•
met temperaturen hoger dan 40°C, dichtheid groter dan 1100 kg/m3
•
met PH lager dan 5 of hoger dan 8
•
die ontvlambaar en explosief zijn
•
die chemisch agressief, giftig en schadelijk zijn
•
Het is ten strengste verboden om het apparaat te gebruiken:
•
in een andere samenstelling dan door Fabrikant is voorzien en voorgeschreven
•
in putten, bassins of andere omgevingen waar er sprake is van gas en/of explosiegevaar
•
in een gebied die onder regeling 2014/34/UE ATEX valt
•
geïntegreerd in andere systemen en/of installaties die door Fabrikant niet in het bestek zijn opgenomen
•
aangesloten op elektriciteitsnetten met andere eigenschappen dan voorzien door de Fabrikant (zie typeplaatje)
•
voor droogloop en/of niet volledig ondergedompeld in de te verpompen vloeistof
•
buiten de te verpompen vloeistof: verwijder de pomp nooit uit het water wanneer hij nog functioneert
•
in combinatie met andere zakelijke inrichtingen waardoor het beoogde gebruik volgens de Fabrikant niet in acht wordt
genomen.
5 Transport
De geleverde machines worden verpakt om deze gedurende alle fases van het transport adequaat te beschermen.
Controleer, als de verpakking bij ontvangst van de goederen beschadigd is, dat er geen sprake is van transportschade en/
of corruptie. Ontdekt u schade aan de apparatuur of het ontbreken van machineonderdelen, dan dient u onmiddellijk hiervan
melding te maken bij de transporteur en de fabrikant, en voldoende bewijsmateriaal te overleggen. Het materiaal gebruikt om
het apparaat tijdens het transport te beschermen, moet gerecycled of verwijderd worden via de kanalen voor afvalverwerking in
het land van bestemming.
6 Hijsen en verplaatsen
Voor alle handelingen tijdens het hijsen en verplaatsen van de machine, dient de operator persoonlijke beschermingsmiddelen te
dragen die hiervoor als minimale eisen worden gesteld (veiligheidsschoenen, -handschoenen en helm).
Voor machines die meer dan 25 kg wegen zijn speciale hijs- en transportinrichtingen vereist met een hoger draagvermogen dan
het gewicht van de te verplaatsen machine. (zie gewicht op de verpakking). Wanneer het verplaatsen van de machine d.m.v.
hijstouwen geschiedt, dan dienen deze in goede staat te verkeren en over de juiste draagkracht te beschikken om het gewicht
van de te verplaatsen machine te kunnen dragen. (Afb 1)
Elektropompen met een gewicht van <25 kg kunnen alleen handmatig door de operator worden opgetild en verplaatst, zonder
behulp van hefinrichtingen.
7 Opslag
De apparatuur dient te worden opgeborgen op een overdekte en niet al te vochtige plaats, beschermd tegen weersinvloeden en
bij temperaturen tussen -10°C en +40°C, zonder blootstelling aan direct zonlicht. Wanneer de machine voor langere tijd wordt
opgeslagen, dan raden wij aan om deze in haar verpakking te bewaren.
Tijdens de opslag moet de elektrische pomp op de betreffende zuigvoet geplaatst blijven, in verticale stand en met de voedings-
kabel rond het motorhuis gewikkeld.
8 Installatie
De binnendiameter van de leidingen is afhankelijk van hun lengte en het te verwerken debiet. Om mogelijke verstopping en
dichtslibben te voorkomen, moet de vloeistofsnelheid in de persleiding hoger zijn dan 0,8-1 m/s; wanneer er sprake is van zand
of zwevende deeltjes is in de horizontale leidingen een minimale snelheid van 1,6 m/s noodzakelijk en ten minste 2,5 m/s in de
verticale leidingen: in ieder geval mag de snelheid niet hoger zijn dan 3.5-4 m/s.
De diameter van de persleiding mag niet kleiner zijn dan de diameter van de pompaansluiting.
Voor het voorkomen van bezinking bij stopzettingen van de pomp wordt aangeraden om de verticale leidingstukken zoveel mo-
gelijk te beperken en om de horizontale stukken te installeren met een lichte helling in de stroomrichting.
Plaats de pomp, met verticale as, op de bodem van de put of van de plaats van installatie. Let op dat de verpompte vloeistof
geen explosieve gasmengsels bevat of kan genereren: controleer altijd of het verzamelbad (put) goed geventileerd is en geen
gas bevat.
NL
- VERTALING VAN DE ORIGINELE TAAL
40
Summary of Contents for Digibino DB 100
Page 1: ...DV DM DC DTR...
Page 124: ...124...
Page 125: ...125...
Page 126: ...126...
Page 127: ...5 6 7 127...