52
53
Navulwatercontrole/ -begrenzing
Deze instelling bepaalt de maximaal toegestane hoeveelheid navulwater per week. Wanneer
de ingestelde waarde wordt bereikt, activeert de PT-FCS / PT-FCSD het akoestische signaal en
de relaisuitgang. De ingestelde waarde pulseert.
Bij de netwerkgebonden varianten PT-FCS / PT-FCSD wordt bijkomend de toevoer van het
navulwater onderbroken door de magneetklep te sluiten en het display wordt rood verlicht.
Door te drukken op OK wordt de waterhoeveelheid weer teruggezet, het signaal gedeacti-
veerd en de magneetklep gedurende 20 resp. 75 min (PT-FCS) geopend. De displayverlichting
wordt weer wit.
Instelbereik: 10 – 190 l/7d in stappen van 10 l/7d, alsook gedeactiveerd.
Display toont (---).
Bij eerste vullingen moet de navulhoeveelheidscontrole worden gedeactiveerd (zie punt 7.
Onderhoud). Fabrieksinstelling gedeactiveerd. display toont (--).
Interval latere toevoer (enkel PT-FCS)
De navuleenheid in de versie PT-FCS is met een normaal gesloten magneetklep (NC) uitge-
rust. De magneetklep opent na een instelbaar interval van 48, 96 en 192 u voor telkens 20
resp. 75 minuten, zodat evt. vulwater automatisch kan worden bijgevuld. Er wordt aanbevo-
len de fabrieksinstelling van 192 h te behouden om een zo goed mogelijke debietmeting van
het navulwater te garanderen. Kortere intervallen kunnen bij grotere installaties resp. een
hoge navulwaterbehoefte vereist zijn.
Weergave geleidbaarheid
De weergave van de geleidbaarheid (0 – 99 µS/cm) wordt enkel geactualiseerd als een debiet
wordt gemeten. Naargelang ingevoerde permasoft grootte gebeurt de actualisering pas tus-
sen 0,3 en 1,5 liter om de invloed van het tegenioneneffect van de mengbedpatronen in
acht te nemen. Bij een geleidbaarheid > 40 µS/cm wisselt de kleur van het display naar rood
(PT-FCS/PT-FCSD).
Bij defecte geleidbaarheidssensor resp. een kortsluiting toont het display „E1“.
Volledige watermeter
De volledige watermeter (1 tot 99999 liter) registreert de volledige watervulhoeveelheid
sinds eerste ingebruikname en kan niet worden teruggezet.
Gegevensopslag
De instelwaarden van de parameters worden een seconde na het verlaten van het
instelmenu opgeslagen. Bij de totale waterhoeveelheid wordt de opslag eenmaal binnen de
24 uur uitgevoerd.
Reiniging
De reiniging van de elektronische behuizing mag enkel met helder tapwater gebeuren.
Alles- of glasreiniger zijn niet geschikt.
Functiecontrole / onderhoud systeemscheider
Inbouw- en onderhoudsaanwijzing voor navulcombinatie
Het onderhoud van systeemscheiders mag enkel door geautoriseerd vakpersoneel gebeuren
•
Inspectie-interval alle 6 maanden
•
De onderhoudscontrole moet eenmaal jaarlijks worden uitgevoerd
•
Uitvoering door een installatiebedrijf
Montage
De armatuur moet horizontaal (conform pijlrichting) worden gemonteerd.
Afloop naar beneden tonend. Voor de inbouw buisleiding spoelen.
Toepassing
Deze navulcombinatie is geschikt voor het vullen en navullen van verwarmingsinstallaties.
De geïntegreerde vulgroep dient voor het automatiseren van het vulproces bij verwarmings-
installaties. Geïntegreerd in de vulgroep bevinden zich twee terugstroomblokkeringen en
een drukverminderaar; deze zorgt voor de correcte vuldruk van de installatie.
Dankzij de systeemscheider BA die met het drie-kamer-principe werkt, verhindert deze com-
pacte armatuur het terugzuigen, terugstromen of terugdrukken van niet drinkbaar water uit
de verwarmingsinstallatie in de tapwaterleiding.
Onderhoud overeenkomstig DIN EN 806-5
Kap van de vulgroep afschroeven, cartouche verwijderen, controleren en indien nodig
vervangen.
De systeemscheider moet overeenkomstig DIN EN 12729 minstens eenmaal per jaar worden
gecontroleerd en evt. onderhouden.
a. Ingang (1) en uitgang (1) sluiten
b. Met mini-kogelkranen (2) in gesloten toestand, stop (4) verwijderen en daar
ingangsbuis van de test-kit aansluiten
c. Stop (3) verwijderen en daar uitgangsbuis van de test-kit aansluiten.
Mini-kogelkranen weer openen
d. By-passkraan van de test-kit langzaam openen tot druppelbegin van de aftapklep;
Drukverschil noteren. Bij de eerste druppel moet het drukverschil boven 0,14 bar zijn.
e. By-passkraan weer sluiten; de druk gaat tot 0,4 bar (vooraf ingestelde druk); de
cartouche begint weer te werken: de systeemscheider werkt correct.
Systeemscheider type BA
1. Onderhoudsafsluitingen
2. Controlekranen
3. Stoppen
4. Stoppen
5. Vulgroep
6. Manometer met
manometeraansluiting 1/4“
2 3
5
1
6
4
2
1
NL
Summary of Contents for PT-DA-CH5000
Page 72: ...142 143...