8
Instellen van het beeld
Instellen van het geluid
&
Druk op
H
en vervolgens op
¬
.
Het
BEELD
menu verschijnt.
é
Gebruik de toetsen
îÏ
om een instelling
te selecteren en de toetsen
Ȭ
om de
instelling af te regelen.
Opmerking: dit is een afrolmenu. Houd toets
Ï
ingedrukt om de niet-zichtbare opties onderaan het
scherm zichtbaar te maken.
“
Als u het beeld heeft ingesteld, selecteer dan
de optie
VASTLEGGEN
en druk op
¬
om de
instelling vast te leggen.
‘
Druk op
d
om de menu's te verlaten.
Omschrijving van de instellingen:
•
HELDERHEID:
om de helderheid van het beeld in te
stellen.
•
KLEUR:
om de kleurintensiteit in te stellen.
•
CONTRAST:
om het verschil tussen de lichte en de
donkere kleuren in te stellen.
•
SCHERPTE:
om de scherpte van het beeld in te stellen.
•
VASTLEGGEN:
om de voorgaande instellingen in
het geheugen vast te leggen.
•
RUISONDERDRUKKING
: vermindert de
beeldruis (sneeuw) bij een slechte ontvangst.
•
CO:
Om de automatische
contrastinstelling van het beeld in- of uit te
schakelen (het toestel stelt het donkerste
gedeelte van het beeld voortdurend in op zwart)
&
Druk op
H
, selecteer
GELUID
(
Ï
) en druk
vervolgens op
¬
. Het menu
GELUID
verschijnt.
é
Gebruik de toetsen
îÏ
om een instelling te
selecteren en de toetsen
Ȭ
om de
instelling af te regelen.
Opmerking: het AVL menu is niet zichtbaar
onderaan het scherm. Houd toets
Ï
ingedrukt om
het zichtbaar te maken.
“
Als u het geluid heeft ingesteld, selecteer dan
de optie
VASTLEGGEN
en druk op
¬
om de
instelling vast te leggen.
‘
Druk op
d
om de menu's te verlaten.
Omschrijving van de instellingen:
•
EQUALIZER:
om de frequenties in te stellen (van
lage tonen: 120 Hz tot hoge tonen: 10 kHz).
•
BALANS:
om het geluid evenwichtig over de
linker en rechter luidsprekers te verdelen.
•
DELTA VOL
(volumeverschil): stelt u in staat om de
volumeverschillen, die tussen de verschillende
programma’s of EXT aansluitingen kunnen bestaan, te
compenseren. Deze instelling is voor de programma’s
1 t/m 40 en de EXT aansluitingen beschikbaar.
Gebruik de toetsen
@
P
#
om het niveau van
de verschillende programma’s te vergelijken.
•
VASTLEGGEN:
om de voorgaande instellingen in
het geheugen vast te leggen.
•
MAX.VOLUME :
controleert automatisch het
volumeniveau om te grote niveauverschillen te
vermijden, in het bijzonder wanneer u van
programma verandert of tijdens reclame-
onderbrekingen.
•
INCR. SURROUND
: Om het bijzondere stereo-
effect te activeren of te deactiveren. Bij stereo
geeft dit de indruk dat de luidsprekers verder
uit elkaar staan. Bij mono wordt een ruimtelijk
stereo-effect nagebootst.
• BEELD
• GELUID
• DIVERSEN
• INSTALLATIE
BILD
• HELDERHEID
• KLEUR
• CONTRAST
• SCHERPTE
• VASTLEGGEN
• RUISONDERDRUKING
• C
--I------ 39
• BEELD
• GELUID
• DIVERSEN
• INSTALLATIE
TON
• EQUALIZER
• BALANS
• DELTA VOL
• VASTLEGGEN
• MAX. VOLUME
• INCR.SURROUND
120 HZ
500 HZ
1500 HZ
5 KHZ
10 KHZ
Instellen van de diversen
&
Druk op
H
, selecteer
DIVERSEN
(
Ï
) en
druk op
¬
. U kan het volgende instellen:
é
TIMER, KINDERSLOT
en
OUDERCONTROLE :
zie volgende pagina
“
MODE SELECT :
om het toestel in radio of
TV
.
‘
Om de menu’s te verlaten, druk op
d
.