38
Mogelijk biedt uw overspanningsbeveiliging ook
beveiliging via een “splitser” voor de telefoonlijn.
Hierbij wordt één inkomende telefoonlijn in
twee uitgaande lijnen gesplitst, zodat zowel een
telefoon als een modem of faxapparaat kunnen
worden aangesloten. Hoewel de twee apparaten
niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt,
worden beide apparaten beveiligd.
Volgens de hierboven beschreven procedure
kunt u apparaten op een telefoonlijnsplitser
aansluiten.
3.3 Uw overspanningsbeveiliging
op een TV/videorecorder/DVD-
recorder/kabeldoos aansluiten
Mogelijk biedt uw overspanningsbeveiliging
coaxkabelbeveiliging. Als u deze wilt gebruiken,
moet u uw TV/videorecorder/DVD-recorder/
kabeldoos op de beveiligde aansluitingen van uw
overspanningsbeveiliging aansluiten in plaats van
rechtstreeks op de wandaansluiting.
Philips-overspanningsbeveiligingen met coaxka
-
belbeveiliging zijn ervoor gemaakt om maximale
beveiliging te bieden tegen spanningspieken op
standaardcoax- of standaardbreedbandlijnen.
Andere communicatienetwerken waarvoor
coaxaansluitingen worden gebruikt, bijvoorbeeld
antennes en satellietschotels, hebben mogelijk
geen baat bij deze beveiliging.
Let op
De coaxfunctie van dit product wordt mogelijk
onbruikbaar als deze niet op de juiste wijze
wordt geïnstalleerd.
Let op
Als u de coaxkabelbeveiliging niet aansluit, wordt
de aangesloten apparatuur niet gedekt door de
garantie van Philips op aangesloten apparatuur.
De meeste schade aan uw TV/videorecorder/
DVD-recorder/kabeldoos kunt u voorkomen
door de coaxkabelbeveiliging aan te sluiten.
De coaxkabelbeveiliging aansluiten:
1. Sluit uw inkomende kabel/breedbandlijn
aan op de coaxiale ingang van uw
overspanningsbeveiliging.
2. Sluit een coaxkabel aan op de coaxiale uitgang
van de overspanningsbeveiliging.
3. Sluit het andere uiteinde van de coaxkabel
aan op de coaxiale ingang van het apparaat
dat u wilt beveiligen.
Opmerking
Als u schade ten gevolge van pieken op
coaxkabels wilt kunnen claimen volgens de
garantie van Philips op aangesloten apparatuur,
dient uw apparatuur op de juiste wijze op
een Philips-overspanningsbeveiliging met
coaxkabelbeveiliging te zijn aangesloten.
4 Uw overspanningsbev-
eiliging gebruiken
Leer hoe u uw overspanningsbeveiliging voor
dagelijks gebruik bedient.
Dit product heeft, zoals alle
overspanningsbeveiligingen, een beperkte
levensduur. Ook onder normale omstandigheden
en wanneer er geen defecten zijn, zal de
levensduur van dit product verstrijken wanneer
de onderdelen die tegen overspanning
beveiligen, de eigen capaciteit overschrijden
en geen bescherming meer bieden tegen
spanningswisselingen en hoge voltages.
Uw overspanningsbeveiliging bevat een interne
beveiliging waardoor het onderdeel dat tegen
spanningspieken beveiligt, wordt afgesloten
wanneer de levensduur ervan eindigt, maar is
dan nog steeds in staat om de aangesloten
apparatuur van spanning te voorzien,
waarbij het slechts als multicontactdoos
fungeert. Wanneer dat gebeurt, dient u uw
overspanningsbeveiliging te vervangen om de
aangesloten apparatuur weer te beveiligen.
Uw overspanningsbeveiliging bevat een
indicatorlampje dat de effectiviteit aangeeft.
Deze indicator “Beveiliging actief” is aan wanneer
het circuit voor overspanningsbeveiliging
correct werkt. Als het lampje uit is, heeft uw
overspanningsbeveiliging de maximale capaciteit
bereikt en kan deze geen bescherming meer
bieden tegen spanningspieken.
Het is mogelijk dat uw overspanningsbeveiliging
tevens een indicatorlampje “Ground” (Aarde)
bevat, dat aangeeft of de bedrading van het
stopcontact juist is.