- 10 -
Modos de funcionamiento:
• Modo monocanal: Conexión de la entrada
según VDE 0113 Parte 1 y EN 60204-1;
no existe redundancia en el circuito de
entrada; Se detecta el defecto a tierra del
circuito de rearme. En caso de de defecto
a tierra de los circuitos de entrada, el
fusible electrónico corta la alimentación.
• Modo bicanal: Circuito a tierra redundante.
Se detectan los defectos a tierra en los
contactos del pulsador.
• Solo PNOZ X2.1: Rearme automático: El
dispositivo se activa tan pronto como se
cierra el circuito de entrada.
• Rearme manual: El dispositivo sólo se
activa tras pulsar un pulsador de rearme o
cerrar el contacto de reset.
• Solo PNOZ X2/X2.2: Rearme manual
supervisado: se debe poner la tensión de
alimentación antes de cerrar el contacto
de rearme. El dispositivo se activa, si
después fue accionado el pulsador de
rearme. Para eso queda excluido una
activación automática mediante el
puenteado del pulsador de rearme.
El dispositivo cumple los siguientes requisitos
de seguridad:
• Concepción redundante con autocontrol
• El dispositivo de seguridad permanece
activo aún cuando falle el componente.
• Test en cada ciclo de apertura/cierre para
verificar que los relés de salida del dispositivo
de seguridad abren y cierran correctamente.
Características funcionales
El relé PNOZ X2/X2.1/X2.2 sirve para una
interrupción por motivos de seguridad de un
circuito de seguridad. A la puesta bajo tensión
del relé se enciende el LED „POWER“. El
dispositivo esta preparado para funcionar,
cuando se cierra el circuito de rearme S33-S34.
• Circuitos de entrada cerrados (por ej.
parada de emergencia no accionada):
Los relés K1 y K2 pasan a posición activa y
se automantienen. Los LEDs „CH.1“ y
„CH.2“ se encienden. Los contactos de
seguridad 13-14/23-24 están cerrados.
• Circuitos de entrada abiertos (por ej. para-
da de emergencia accionada:
Los relés K1 y K2 pasan a la posición de
reposo. Los indicadores de estado „CH.1“ y
„CH.2“ se apagan. Los contactos de
seguridad 13-14/23-24 se abren de forma
redundante
L’apparecchio elettrico è conforme ai
seguenti requisiti di sicurezza:
• Concezione ridondante con autocontrollo
• Il dispositivo mantiene la sua funzione di
sicurezza anche in caso di avaria di un
componente.
• Ad ogni ciclo di inserimento-disinserimento
della macchina, viene controllato
automaticamente se i relè del dispositivo di
sicu-rezza aprono e chiudono
correttamente.
Descrizione del funzionamento
L’apparecchio elettrico PNOZ X2/X2.1/X2.2
serve per interrompere in modo sicuro un
circuito elettrico di sicurezza. Dopo l’applica-
zione della tensione di alimentazione si
accende il LED „POWER”. L’apparecchio è
pronto per il funzionamento quando il circuito
di start S33-S34 è chiuso.
• Con il circuito di entrata chiuso (per es.
pulsante di arresto di emergenza non
azionato), il relè K1 e K2 si attivano
automantenendosi. I LED di stato di „CH.1“
e „CH.2“ sono accesi. I contatti di sicurez-
za 13-14/23-24 sono chiusi.
• Quando il circuito di entrata viene aperto
(per es. in caso di azionamento del
pulsante di arresto di emergenza), i relè K1
e K2 tornano nella posizione di riposo. La
visualizzazione stato per „CH.1” e „CH.2” si
spegne. I contatti di sicurezza 13-14/23-24
si aprono in modo ridondante.
Modalità operative:
• Funzionamento monocanale: Cablaggio di
entrata secondo VDE 0113 parte 1 e EN
60204-1; senza ridondanza nel circuito di
entrata, le dispersioni verso terra nel
circuito di start vengono rilevate. In caso di
dispersioni verso terra nel circuito del
pulsante di arresto di emergenza scatta il
fusibile della tensione di alimentazione.
• Funzionamento bicanale: Circuito di
entrata ridondante; vengono rilevate le
dispersioni verso terra nel circuito del
pulsante, nonché i cortocircuiti tra i contatti
del pulsante stesso.
• Solo PNOZ X2.1: Start automatico:
l’apparecchio è attivo non appena il
circuito di entrata è chiuso.
• Start manuale: L’apparecchio è attivo solo
dopo che è stato azionato un pulsante start o
dopo che si è chiuso un contatto start.
• Solo PNOZ X2/X2.2: Start manuale
controllato: Prima di chiudere il contatto
start deve essere applicata la tensione di
alimentazione. L’apparecchio è attivo solo
dopo che è stato azionato il pulsante start.
Het relais voldoet aan de volgende
veiligheidseisen:
• De schakeling is redundant met zelfcon-
trole opgebouwd.
• Ook bij uitvallen van een component blijft
de veiligheidsschakeling werken.
• Bij elke aan/uit-cyclus van de machine
wordt automatisch getest of de contacten
van het veiligheidsrelais correct openen en
sluiten.
Functiebeschrijving
Het relais PNOZ X2/X2.1/X2.2 dient om een
veiligheidscircuit met zekerheid te onder-
breken. Na het aansluiten van de voedings-
spanning licht de LED „POWER“ op. Het
apparaat is bedrijfsklaar wanneer het
startcircuit S33-S34 gesloten is.
• Ingangscircuit gesloten (b.v. noodstopknop
niet bediend):
relais K1 en K2 worden bekrachtigd en
nemen zichzelf over. De status-LED’s voor
„CH.1“ en „CH.2“ lichten op. De
veiligheidscontacten 13-14/23-24 zijn
gesloten.
• Ingangscircuit wordt geopend (b.v.
noodstopknop bediend):
relais K1 en K2 vallen af. De status-LED’s
voor „CH.1“ en „CH.2“ gaan uit. De
veiligheidscontacten 13-14/23-24 worden
redundant geopend.
Bedrijfsmodi:
• Eenkanalig bedrijf: ingangsschakeling
volgens VDE 0113 deel 1 en EN 60204-1;
geen redundantie in het ingangscircuit;
aardsluitingen in het startcircuit worden
gedetecteerd. Bij aardsluitingen in het
noodstopcircuit wordt de voedings-
spanning door de automatische zekering
onderbroken.
• Tweekanalig bedrijf: redundant ingangs-
circuit, aardsluitingen in het ingangscircuit
en onderlinge sluitingen tussen de
knopcontacten worden gedetecteerd.
• Alleen PNOZ X2.1: Automatische start:
apparaat is actief zodra het ingangscircuit
gesloten is.
• Handmatige start: apparaat is pas actief
wanneer een startknop bediend of een
startcontact gesloten wordt.
• Alleen PNOZ X2/X2.2: Handmatige start
met bewaking: voor het sluiten van het
startcontact moet de voedingsspanning
aanwezig zijn. Het apparaat is pas actief
wanneer daarna de startknop bediend
wordt. Daardoor is een automatische
A1 (L+)
A2 (L-)
S22
S12
S21
S11
S33
13
14
K1
K2
23
24
S34
Start
Unit
Start
Unit
Fig. 1: Diagrama de conexionado interno/Schema di collegamento interno/Intern schema
A1 (L+)
A2 (L-)
S22
S12
S21
S11
S34
13
14
K1
K2
23
24
S33
Start
Unit
Start
Unit
K3
K3
PNOZ X2, PNOZ X2.1
PNOZ X2.2