9
Installatie
WAARSCHUWING
• Niet installeren op:
—Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto plot-
seling stopt.
—Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden gehin-
derd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de
bestuurdersstoel.
• Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
• Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals brand-
stofleidingen, remleidingen en de elektrische
bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden
beschadigd.
• Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met brand
tot gevolg.
• Voorkom een elektrische schok en installeer de
versterker niet op plaatsen die mogelijk nat wor-
den.
• Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Om slechte werking te voorkomen
• Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
—Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
—Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
• Installeer de versterker niet naast een portier,
waar hij nat kan worden door regen.
• Installeer de versterker niet op onstabiele plaat-
sen, zoals op de reservebandhouder.
• De beste installatieplaats is verschillend afhanke-
lijk van het automerk en model en uw wensen.
Plaats de versterker echter beslist stevig op een
stabiele plaats.
• Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
• Na het installeren van de versterker, moet u con-
troleren dat het reservewiel, de krik en het gereed-
schap nog gemakkelijk kunnen worden verwij-
derd.
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4
×
18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel recht-
streeks op het chassis.
Boor een gat met een diameter
van 2,5 mm
Tapschroeven
(4
×
18 mm)
Vloermat
of chassis