Nederlands
31
Du
Verhelpen van storingen
Als de beeldkwaliteit niet goed is of zich een probleem voordoet, controleer dan eerst de instellingen, aansluitingen, enz.
voordat u het plasmascherm ter reparatie aanbiedt.
Symptoom
Het plasmascherm geeft een krakend geluid.
Het beeld is gestoord.
Het geluid is rommelig.
De afstandsbediening doet vreemd.
De afstandsbediening functioneert niet.
Het plasmascherm gaat niet aan wanneer de
POWER ON/OFF-toets van de
afstandsbediening wordt ingedrukt.
Het plasmascherm reageert niet op de
toetsen van de afstandsbediening.
De bedieningsorganen op het voorpaneel
van het plasmascherm functioneren niet.
Er is geen beeld of geluid.
Er is beeld, maar geen geluid.
De beeldkwaliteit van het VIDEO-
ingangssignaal is slecht.
De beeldkwaliteit van het RGB-
ingangssignaal is slecht.
Het beeld heeft een zwakke tinten of kleuren.
Er verschijnt geen beeld op het scherm.
Er vallen delen van het beeld van het scherm
of het beeld staat niet in het midden van het
scherm.
Het beeld is te groot of te klein.
Het beeld is onstabiel.
De STANDBY/ON-indicator licht rood op.
De STANDBY/ON-indicator knippert rood.
De STANDBY/ON-indicator knippert groen en
rood, of alleen groen.
*1Beveiligingscircuit tegen oververhitting
Als de temperatuur in het plasmascherm te hoog wordt, wordt het beveiligingscircuit geactiveerd en wordt het scherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich
voordoet, schakel dan de netspanning van het plasmascherm uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin het plasmascherm is
geïnstalleerd zeer warm is, verplaatst het scherm dan naar een ruimte waar het koeler is en laat het plasmascherm tenminste 60 minuten afkoelen. Neem
contact op met uw dealer wanneer dit probleem zich herhaaldelijk voordoet.
*2Schakel onmiddellijk de netspanning uit en neem contact op met uw dealer of erkende service center wanneer het volgende probleem zich voordoet.
Het plasmascherm gaat 5 seconden na inschakeling weer uit en de STANDBY/ON-indicator begint te knipperen. Dit geeft aan dat het voedingscircuit of
het eigenlijke plasmascherm defect is of dat ventilatoren van de temperatuursensor beschadigd.
V
erhelpen van storingen
Controlepunt
• Zijn beeld en geluid wel normaal?
• Staat één van de aangesloten externe
componenten direct vóór of naast het
plasmascherm?
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
• Staat IR REMOTE op ON?
• Is er een identificatienummer voor het
plasmascherm ingesteld?
• Zit de stekker van het netsnoer van het
plasmascherm in het stopcontact?
• Zijn alle indicators van het plasmascherm uit?
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
• Staat IR REMOTE op OFF?
• Is er een identificatienummer voor het
plasmascherm ingesteld?
• Richt u de afstandsbediening goed op het
plasmascherm en bevinden zich geen obstakels
tussen de afstandsbediening en het
plasmascherm?
• Schijnt er zonlicht of fel kunstlicht op de
afstandsbedieningssensor van het
plasmascherm?
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
• De afstandsbediening is met een kabel aansloten
op de REMOTE IN-aansluiting (bedraad).
• De bedieningsorganen van het plasmascherm
functioneren niet als de KEY LOCK
toetsvergrendeling is ingeschakeld.
• Zit de stekker van het netsnoer van het
plasmascherm in het stopcontact?
• Staat het volume te zacht?
• Is de MUTING dempingsfunctie ingeschakeld?
• Zijn de luidsprekers goed aangesloten?
• Verkeerde beeldinstellingen.
• Plaatselijke interferentie.
Loszittende kabelaansluitingen.
Verkeerde ingangsimpedantie.
• Verkeerde beeldinstellingen.
De RGB-tulpstekkers zijn verkeerd aangesloten.
• Zijn de tint en de kleuren goed ingesteld?
• Is de computer wel ingeschakeld?
• Is er een ingangsbron aangesloten?
• Heeft de energiebeheerfunctie het plasmascherm
stand-by of uit gezet?
• Staat LOOP OUT voor signaaldoorgifte op ON?
• Is het beeld goed gepositioneerd?
• Is het beeldformaat goed ingesteld?
• Is de resolutie van de computer goed ingesteld?
• Er is geen horizontaal en/of verticaal sync-signaal
aanwezig wanneer de intelligente
energiebeheerfunctie is ingeschakeld.
• De temperatuur in het plasmascherm is te hoog
waardoor het beveiligingscircuit is geactiveerd.
——————
Oplossing
• Als beeld en geluid wel normaal zijn, dan wordt het
geluid veroorzaakt door de behuizing die reageert op
temperatuursveranderingen. Dit is niet van invloed op
de prestaties van het plasmascherm.
• Zorg dat er tussen het plasmascherm en de overige
componenten enige afstand is.
• Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op OFF.
• Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een
identificatienummer in, of stel het identificatienummer
in op ALL.
• Steek de stekker in een stopcontact.
• Druk op de netschakelaar van het plasmascherm in
om het scherm in te schakelen.
• Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op ON.
• Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een
identificatienummer in, of stel het identificatienummer
in op ALL.
• Richt de afstandsbediening tijdens gebruik goed op
de afstandsbedieningssensor van het plasmascherm
en neem eventuele obstakels weg.
• Dim het licht door de gordijnen te sluiten, de lamp uit
te doen, enz.
• Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Trek de stekker van de afstandsbedieningskabel uit
de aansluiting van het plasmascherm.
• Zet de KEY LOCK toetsvergrendeling op OFF.
• Steek de stekker in een stopcontact.
• Verhoog het volume.
• Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening.
• Sluit de luidsprekers op de juiste wijze aan.
• Stel de AUDIO INPUT instellingen van het SOUND-
menu goed in.
• Stel het beeld beter in.
Probeer het plasmascherm op een andere plaats.
Controleer of alle aansluitingen goed tot stand zijn
gebracht.
• Stel het beeld beter in.
Controleer de toewijzing van de pinnen en alle
aansluitingen.
• Stel de tint en de kleur in (via het PICTURE-menu).
• Schakel de netspanning van de computer in.
• Sluit een ingangsbron op het plasmascherm aan.
• Bedien de computer (beweeg de muis, enz.).
• Zet LOOP OUT op OFF.
• Stel het beeld goed in via het SCREEN-menu.
• Druk op de SCREEN SIZE-toets van de
afstandsbediening en stel het beeldformaat goed in.
• Stel de juiste resolutie in.
• Controleer het ingangssignaal.
• Schakel de netspanning van het plasmascherm
onmiddellijk uit en wacht tot de temperatuur in het
toestel daalt. Zie *
1
.
• Schakel de netspanning van het plasmascherm
onmiddellijk uit. Zie *
2
.