- 6 -
- 7 -
● De luchtpomp mag niet gebruikt worden als er zich personen in het water bevinden.
● De luchtpomp mag uitsluitend gebruikt worden boven de waterspiegel.
● Zorg voor een goede ventilatie, voorkom dat de luchtpomp warmloopt.
● Zorg dat de luchtpomp niet in direct zonlicht staat.
● Bescherm de luchtpomp tegen bevriezing.
Ingebruikname
(afbeelding 1, pagina 14)
Belangrijk: De luchtpomp mag niet in water staan, de luchtpomp moet beschermd worden
tegen overstromen. Plaats de luchtpomp op een stevige ondergrond boven de waterspiegel.
● Zet de luchtpomp in een omgeving, beschermd tegen overstromen door water.
● Zorg dat de luchtpomp schone en onverontreinigde lucht aanzuigt.
● Plaats de luchtpomp op een stevige ondergrond, boven het water niveau.
● Zorg dat de luchtpomp door trillingen niet weg kan lopen.
● Sluit het rubberen verbindingsstuk aan op de uitgang van de luchtpomp en klem deze af met de
meegeleverde slangklemmen.
● Schuif de andere slangklem over het rubberen verbindingsstuk.
● Sluit op de andere zijde van het rubberen verbindingsstuk de luchtverdeler aan en klem deze af
met de slangklem.
● Sluit op de luchtverdeler de luchtslangen met luchtstenen aan.
● Plaats de luchtstenen in het water
● Wanneer alles goed is geplaatst en aangesloten kan de luchtpomp ingeschakeld worden door de
stekker in het stopcontact te steken.
Onderhoud
(afbeelding op pagina 14)
Periodiek onderhoud:
● Schakel de luchtpomp uit door de stekker uit het stopcontact te nemen
● Reinig regelmatig de schuimfilter (4) door de 2 schroeven (2) van het deksel (3) los te draaien
en het deksel (3) van het pomphuis (5) te nemen. Verwijder eerst de afdekdopjes (1) van de
schroeven, voordat de schroeven kunnen worden losgedraaid.
● Indien het filterschuim (4) vervuild is, deze eruit nemen en schoonblazen met lucht of vervangen
voor een nieuw filterschuim (4).
● Na het reinigen, plaats alles weer terug, het deksel (3) vastzetten met de 2 schroeven (2).
● Wanneer alles goed is geplaatst en aangesloten kan de luchtpomp ingeschakeld worden door de
stekker in het stopcontact te steken.
Om een lange levensduur van uw luchtpomp en een probleemloze werking te garanderen, adviseren
wij regelmatig te controleren of de luchtcapaciteit niet afneemt, door te controleren of de luchtbellen die
uit de luchtstenen komen niet minder worden.
● Bij afname van de luchtcapacitiet, moeten eerst de luchtstenen gecontroleerd en indien nodig
vervangen worden. Wanneer de pomp zijn lucht niet kwijt kan, door verstopte luchtstenen, dan kan
dit de membranen en pomp beschadigen.
NL
NL