Veilige installatie, inbedrijfstelling, instelling, montage/demontage, onderhoud
60
Installatie en inbedrijfstelling
Het toestel wordt met het aansluitstuk (accessoire) op de kast bevestigd. Indien nodig, worden de
signaaluitgangen aangesloten. Het toestel wordt aangesloten aan het stroomnet via de netstekker en
gaat in bedrijf naar een opwarmfase van de sensor van 5 minuten. Tijdens de opwarmfase lichten de
rode controlelampjes op en een pieptoon is te horen. Na de opwarmfase geven de groene
controlelampjes het normaal bedrijf aan.
Tijdens de inbedrijfstelling loopt de fan van het toestel aan en regelt zich dan op de vooraf ingestelde
luchtcapaciteit. Indien beide lampjes groen lichten, functioneert het luchtcirculatiesysteem perfect.
Als het toestel na de opwarmfase nog steeds een verzadiging van de filter (rood controlelampje)
meldt, controleren of een actief koolstoffilter werd gemonteerd. Zijn de filters gemonteerd, controleren
of de filters nieuw zijn. Anders, de voedingskabel, het deksel en de filters verwijderen. Na enkele
minuten de filters weer inzetten en het deksel sluiten. Koolwaterstoffen die zich in de behuizing
hebben opgehoopt zijn nu verdampt.
Instelling
De luchtafvoercontrole is in de fabriek ingesteld op de gewenste volumestroom en het
verzadigingsgraad en behoeft dus geen verdere instellingen bij de inbedrijfstelling. Aanpassingen zijn
niet nodig.
Onderhoud
Indien nodig, maar ten minste één keer per jaar, het toestel door gekwalificeerd personeel laten
controleren en de filters vernieuwen. De fijne filters en de actief koolstoffilters moeten worden
vervangen. Reservefilters kunnen bij PRIORIT worden besteld. Om een continu werken te
garanderen, adviseren wij u een reservefilterset gereed te houden.